donderdag 10 januari 2013

Het Verkapte Racisme van de Nederlandse Mainstream



Rechts op de foto PVDA-wethouder Els Verdonk van het Amsterdamse Stadsdeel Nieuw-West tijdens het Kwakoe Festival, het grootste militiculturele feest in Nederland, georganiseerd door nakomeling van Afrikaanse slaven.



Ik kreeg vanmiddag deze reactie:

Anoniem heeft een nieuwe reactie op uw bericht "Els Verdonk. PVDA-Wethoudster" achtergelaten:

Goed zo, Stan.
Verdonk, een dom type zgz eersteklas, jaren in de Bijlmer gezeten eerst als deelraadslid en later RO, weinig van terechtgebracht,onvoorstelbaar dan ook dat zo'n figuur elders in Amsterdam opduikt. De PvdA heeft een overduidelijk probleem goeie mensen ergens te plaatsen. 



Dit is een reactie op wat ik op 16 juni 2012 op deze weblog had geschreven:


Donderdag 19 april van dit jaar e-mailde ik de dames Els Verdonk en I. Plasmeijer, respectievelijk de PVDA-wethouder Beheer Openbare Ruimte Stadsdeel Nieuw West en haar Directeur Groen en Openbare Ruimte, die hadden gereageerd op mijn verzoek de dr. H. Colijnstraat te hernoemen. Aanleiding van mijn schrijven was het feit dat de latere minister president van Nederland als adjudant van Van Heutz in 'Ons Indie' oorlogsmisdaden heeft gepleegd. Daarover schreef schreef Colijn zelf aan zijn vrouw: 'Ik heb er een vrouw gezien die, met een kind van ongeveer 1/2 jaar op den linkerarm, en een lange lans in de rechterhand op ons aanstormde. Een kogel van ons doodde moeder en kind. We mochten toen geen genade meer geven. Ik heb 9 vrouwen en 3 kinderen, die genade vroegen, op een hoop moeten zetten, en zoo dood laten schieten. Het was onaangenaam werk, maar 't kon niet anders. De soldaten regen ze met genot aan hun bajonetten. 't Was een verschrikkelijk werk.'

Ik schreef daarom het volgende aan beide locale autoriteiten:




Geachte mevrouw Plasmeijer en Verdonk,

Hartelijk dank voor uw brief van 10 april 2012 (2012/uit/3842). Ik ben blij verrast met uw voornemen om een onderbord toe te voegen bij de straatnaam van H. Colijn. Om nu de Nederlandse koloniale geschiedenis recht te doen en op een volwassen manier ons verleden onder ogen te zien, stel ik een aangepaste tekst voor, die de betrokkenen zelf aan het woord laat en dus voor zichzelf spreekt zonder tussenkomst van anderen. De volgende tekst stel ik voor:

'In 1955 werd deze straat de Dr. H. Colijnstraat genoemd. Destijds was niet bekend dat Dr. H. Colijn in een brief aan zijn vrouw het volgende had geschreven over zijn oorlogsmisdaden in Indonesie:

"Ik heb er een vrouw gezien die, met een kind van ongeveer 1/2 jaar op den linkerarm, en een lange lans in de rechterhand op ons aanstormde. Een kogel van ons doodde moeder en kind. We mochten toen geen genade meer geven. Ik heb 9 vrouwen en 3 kinderen, die genade vroegen, op een hoop moeten zetten, en zo dood laten schieten. Het was onaangenaam werk, maar 't kon niet anders. De soldaten regen ze met genot aan hun bajonetten. 't Was een verschrikkelijk werk. Ik zal er maar over eindigen."

Om nu recht te doen aan onze koloniale geschiedenis wordt deze straatnaam gehandhaafd.'

Ik heb mijn weblog enige aandacht aan deze zaak besteed. 


in afwachting van uw antwoord,
hoogachtend,
stan van houcke,
journalist/schrijver
amsterdam

Vandaag kreeg ik per brief antwoord van Els Verdonk, wethouder Beheer Openbare Ruimte, waarin zij laat weten dat ze 'op dit moment niet kan instemmen met een ander voorstel.' Haar motivering is dat zij 'niet wil overgaan tot toevoegingen die een waarde oordeel bevatten,' waarbij de sociaaldemocratische wethouder aantekent dat 'mogelijk dat de onderborden bij straatnamen ooit een breder project worden in het stadsdeel en een en ander in een breder perspectief wordt geplaatst. Indien er dan tevens financiele middelen beschikbaar zijn zal ik uw voorstel nog eens in overweging nemen.' 

Bij deze spreek ik de wethouder opnieuw aan. Mevrouw Verdonk, ik maak uit uw antwoord op dat hoewel u 'op dit moment' geen 'waarde oordeel' wilt uitspreken, u dit later mogelijk wel zal doen, tenminste als er geld voor is. Dit is een opmerkelijk argument van een politiek verantwoordelijke. Allereerst dit: door een straat naar iemand te noemen geeft de gemeente juist 'een waarde oordeel.' Immers de man c.q. vrouw wordt op deze manier geëerd door degenen die politieke verantwoordelijkheid nemen voor het besluit om een straat naar iemand te vernoemenHij of zij is kennelijk van zo'n groot maatschappelijk belang geweest dat toekomstige generaties hierop geattendeerd moeten worden door een straat naar hem/haar te vernoemen. Bovendien is het merkwaardig dat de overheid van het stadsdeel Nieuw-West geen'waarde oordeel' uitspreekt over oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Ik geef u het volgende voorbeeld: stel dat het hier niet '9' gekleurde 'vrouwen en 3 kinderen' had betroffen ergens in de Derde Wereld, maar '9' joodse'vrouwen en 3 kinderen' die tijdens de Tweede Wereldoorlog in opdracht van een Nederlandse politicus hier in Amsterdam aan'bajonetten' waren geregen. Had u dan ook als argument aangevoerd dat u geen 'waarde oordeel' wenst? Nee, dat zou u terecht nooit hebben gedaan. Dus waarom nu wel? Ik verneem graag antwoord hierop. 

Een ander punt is het feit dat u het argument 'waarde oordeel' inzet. Als u mijn reactie nog eens rustig naleest dan ziet u dat niet ik met een 'waarde oordeel' aankom, maar dr. H. Colijn zelf in de brief aan zijn vrouw waarin hij stelt: ''t Was een verschrikkelijk werk.Ik begrijp nu dat u Colijn postuum tegen zichzelf wilt beschermen. Mijn vraag nu is simpelweg: waarom? Waarom wilt u dat zijn eigen 'waarde oordeel' verzwegen wordt? En nota bene dat in een stadsdeel met een niet onaanzienlijk aantal zogeheten allochtoonse Amsterdammers van wie de voorouders onder het westers kolonialisme zo geleden hebben. 

Dan het financiele argument, wat in een koopmansstad maar al te vaak doorslaggevend is. Wat mij verbaast is het gebrek aan logica. U wenst in eerste instantie niet geconfronteerd te worden met 'een waarde oordeel' om wat voor reden dan ook en vervolgens kan er wel'een waarde oordeel' worden uitgesproken als er maar genoeg geld voor is. Vanwaar die ommezwaai? 'Een breder project,' lijkt me geen argument om nu 'op dit moment' oorlogsmisdaden bewust te verzwijgen. De overheid dient het goede voorbeeld te geven, nietwaar? Ook hierop verneem ik als Amsterdamse burger graag een logisch antwoord. 

Laat me besluiten met de opmerking dat het politici niet past om in het geval van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid een 'waarde oordeel' uit de weg te gaan. Zeker politici van een democratische rechtstaat die het internationaal recht zeggen te respecteren dienen duidelijk in het openbaar uit te spreken welke normen en waarden ze verdedigen. Een bezoekje aan het Kwakoe Festival is wat dat betreft niet voldoende. Sterker nog: juist een democratische overheid heeft als taak een moreel oordeel uit te spreken over terrorisme, of die terreur nu namens ons of anderen wordt gepleegd maakt daarbij niets uit. De Zweedse auteur Sven Lindqvist wees terecht op het fundamentele gevaar van de continuïteit van terreur toen hij schreef dat de


'Europese vernietiging van de “inferieure rassen” van vier continenten de grond voorbereidde voor Hitlers vernietiging van zes miljoen joden in Europa […] Het Europese expansionisme, vergezeld als het was door een schaamteloze verdediging van het uitroeien, schiep manieren van denken en politieke precedenten die de weg baanden voor nieuwe wandaden, die uiteindelijk culmineerden in de gruwelijkste van alle: de Holocaust […] En toen hetgeen was gebeurd in het hart der duisternis werd herhaald in het hart van Europa, herkende niemand het. Niemand wilde toegeven wat iedereen wist. Overal in de wereld waar kennis wordt onderdrukt, kennis die als ze bekend zou worden gemaakt ons beeld van de wereld aan gruzelementen zou slaan en ons zou dwingen om onszelf ter discussie te stellen – daar wordt overal het Hart der Duisternis opgevoerd. U weet dat al. Net als ik. Het is geen kennis die ons ontbreekt. Wat gemist wordt is de moed om te begrijpen wat we weten en daaruit conclusies te trekken.’

In afwachting van uw antwoord,
vriendelijke groet,
Stan van Houcke
Journalist/schrijver
Amsterdam. 

Tot zover mijn bericht op 16 juni vorig jaar. De verwerking van het Nederlandse  koloniale verleden is dit jaar weer actueel geworden door de zogeheten Herdenking Slavernijverleden 2013, omdat precies 150 jaar geleden, op 1 juli 1863, er een officieel einde kwam aan de slavernij in de Nederlandse kolonien. Rudie Kagie van het weekblad Vrij Nederland besteedt hier aandacht aan door onder de kop 'Een feestje voor oude blanken' ondermeer de 'Surinaamse historicus' Sandew Hira te interviewen. Maar voordat ik hem citeer wil ik toch graag even de hoofdredacteur van Vrij Nederland aan het woord laten die in een soort hoofdredactioneel commentaar de lezers erop wijst dat 'de van oorsprong Sandew Hira'  bezig is 'de zaak verder op de spits te drijven.' En dat is vanzelfsprekend  verwerpelijk in een land dat zo prat gaat op het poldermodel. Van Exter laat ons weten dat 'het blijft zoeken naar de goede toon. En de gedachte aan herstelbetalingen helpt niet. Zolang verre nazaten van slaven en slavenhouders vrezen dat zij iets te winnen hebben of te verliezen hebben, is het lastig dat gedeelde verleden samen onder ogen te zien.'

Met andere woorden, zolang de portemonnaie maar niet getrokken hoeft te worden is het mogelijk om 'samen' de Nederlandse christelijke terreur van de slavernij 'onder ogen te zien.' Zo ken ik de voormalige hoofdredacteur weer van het van origine protestants christelijke Trouw. Frits is een van mijn favoriete journalisten zodra de journalistieke corruptie in de polder geillustreerd moet worden. Van Exter, die nog niet verlichte volkeren graag onderwijst in de mores van de vrije westerse pers verklaarde jaren geleden tegenover Extra, een tijdschrift dat de commerciele massamedia kritisch volgde, onder de kop: 

'De conditionering van de kudde

het volgende:

'Lezers horen wantrouwend te zijn tegenover de media ... De aandacht van de media [wordt] natuurlijk voor een belangrijk deel gestuurd … door de politieke machten … Dat geldt voor de nationale politiek, maar natuurlijk ook voor de internationale politiek … Het heeft voor een deel te maken met de vluchtigheid van het medium. Deels ook volgen de media elkaar, sommige zijn dominanter, en andere lijden aan kuddegedrag … Als je volgend bent, dan betekent dat als een autoriteit, of iemand die gekozen is om een bepaald gezag uit te oefenen, zegt “ik vind dit een belangrijk onderwerp, daar gaan we nou es wat aan doen,” dat je dat ook bekijkt. De dingen waar hij (sic) het niet over heeft, die volg je dus minder… het werkt voor een deel reflexmatig. Reflexen zijn het, je bent daar geconditioneerd in.'


Toe maar. Frits' 'kuddegedrag,'  het 'reflex' waarin hij 'geconditioneerd' is, blijft dus niet alleen tot hem beperkt, maar strekt zich uit over het hele spectrum van de mainstream 'media' die 'natuurlijk voor een belangrijk deel gestuurd wordt... door de politieke machten.' En dan moet in een tijd van bezuinigingen niet de eerste de beste verre nazaat van een slavenfamilie ook nog eens aankomen met 'herstelbetalingen.' Per slot van rekening betreft het hier geen blanke joodse Europeanen die door Duitsland gecompenseerd werden voor de geleden terreur, maar Nederlandse terreur tegen zwarten. En terreur tegen zwarten is natuurlijk iets heel anders. Bovendien 'als zo'n vergelijking al zin heeft, dan is het vooral om de zaak verder op de spits te drijven,' aldus onze in 'reflexen geconditioneerde' blanke opiniemaker Frits. Meer over de Nederlandse hypocrisie en het verkapte racisme later.


Frits van Exter en zijn 'geconditioneerde reflexen.'

Geen opmerkingen:

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...