zondag 24 maart 2013

Minister Asscher's Antisemitisme 7



'Shot in the face at point blank range.' Het Westen loopt voortdurend te koop met begrippen als beschaving. democratie, mensenrechten en zoiets verplicht, dat spreekt voor zich. Daarom was het ook verbazend dat de vorige minister van Buitenlandse Zaken, de VVD-zionist Uri Rosenthal, tegenover de Volkskrant in december 2010 verklaarde dat voor de Nederlandse regering economische belangen boven mensenrechten gingen, want 

welvaart en werkgelegenheid voor Nederlanders gaan voor mensenrechten, betoogt de minister vandaag in een interview met de Volkskrant. 

In diezelfde tijd verklaarde de minister  tegenover de Telegraaf dat hij 'zeer frequent' naar Israel ging 'omdat ik contacten had met een aantal intellectuelen en mensen die in de advisering voor de regering zitten.' Met andere woorden: hij adviseerde als joods zionistische Nederlander en 'vriend' van de ‘Joodse staat’ indirect dan wel direct de zionistische regeringen die weigeren het internationaal recht te respecteren en de mensenrechten, en zelfs niet willen luisteren naar hun grote 'vriend' de Verenigde Staten. In deze context was het volgende feit op zijn minst opmerkelijk:

Minister Rosenthal: ‘Contacten Nederlanders met Joodse nederzettingen niet illegaal.’

Contacten tussen Nederlandse personen, organisaties en overheden met inwoners van de Joodse nederzettingen zijn ‘niet illegaal’. Het staat hen vrij te beslissen die contacten al dan niet te hebben. Dat schrijft de kersverse minister van Buitenlandse Zaken, Uri Rosenthal naar aanleiding van Kamervragen van Joël Voordewind (ChristenUnie), Kees van der Staaij (SGP) en Raymond de Roon (PVV). De Parlementariërs stelden die vragen in reactie op het eerdere standpunt van de Nederlandse regering over de reis van Israelische burgemeesters, die werd afgeblazen omdat er burgemeesters van de Joodse nederzettingen bij waren.


Minister Rosenthal zegt niet hoe het afgelasten van de reis tot stand is gekomen. Onduidelijk blijft dus of de Nederlandse ambassade in Tel Aviv, zoals Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft beweerd, of het Ministerie zelf het initiatief heeft genomen. 'Contacten tussen de Rijksoverheid en vertegenwoordigers van de betreffende nederzettingen vinden er in beginsel niet plaats', aldus de bewindspersoon. ‘Voorzover zij wel plaatsvinden, wordt het Nederlandse standpunt uitgedragen’. *Het verbod op het bouwen van nederzettingen vloeit, volgens Rosenthal, voort uit art. 49 van het Vierde Verdrag van Geneve uit 1949. Het advies van het Internationale Gerechthof uit 2004 hierover noemt de minister ‘een gezaghebbende uitleg van het internationale recht’. Maar een dergelijk advies ‘is juridisch niet bindend’.


Wat bedoelde minister Rosenthal nu precies met deze welhaast jezuitische spitsvondigheid? Illegaal en tegelijkertijd niet bindend. Van de wet mag u niet stelen, maar dit is niet bindend. Dat wil zeggen voor de rijken en voor de machtigen. Rosenthal unplugged:

Contacten tussen Nederlandse... overheden met inwoners van de Joodse nederzettingen zijn ‘niet illegaal’. Het staat hen vrij te beslissen die contacten al dan niet te hebben. 

Klopt dit ook? Er zijn gerenommeerde juristen, gespecialiseerd in het internationaal recht, die van mening zijn dat dit volstrekt onjuist is, aangezien in 2004 het Internationaal Gerechtshof in Den Haag, het hoogste rechtscollege ter wereld, bepaalde dat de Joodse nederzettingen op de Westbank illegaal waren en onmiddellijk ontruimd dienden te worden, waarbij werd aangetekend dat: 

159. Given the character and the importance of the rights and obligations involved, the Court is of the view that all States are under an obligation not to recognize the illegal situation resulting from the construction of the wall in the Occupied Palestinian Territory, including in and around East Jerusalem. They are also under an obligation not to render aid or assistance in maintaining the situation created by such construction. It is also for all States, while respecting the United Nations Charter and international law, to see to it that any impediment, resulting from the construction of the wall, to the exercise by the Palestinian people of its right to self determination is brought to an end. In addition, all the States parties to the Geneva Convention relative to the Protection of Civilian Persons in Time of War of 12 August 1949 are under an obligation, while respecting the United Nations Charter and international law, to ensure compliance by Israel with international humanitarian law as embodied in that Convention.

Met andere woorden: de Nederlandse overheden zijn verplicht geenszins mee te werken aan een directe of indirecte erkenning van de illegale Joodse nederzettingen. Zodra de Nederland dit wel doet door bijvoorbeeld Joodse burgermeesters in bezet gebied te erkennen als rechtmatige functionarissen van de illegale Joodse nederzettingen, dan schendt ons land het internationaal recht. En dat mag niet. Wij hebben immers 'an obligation not to render aid or assistance in maintaining the situation created by such construction.' Daar komt nog bij dat het Internationaal Gerechtshof  alle staten heeft opgeroepen om Israël te verplichten zijn uitspraak te respecteren. Dit staat dus haaks op het VVD beleid van 'investeren in de relatie met Israël,' waardoor de banden met deze staat nog verder worden aangehaald, een beleid dat onder de huidige regering niet wezenlijk is veranderd, gezien de steeds nauwere banden van de EU en de NAVO met Israel. Ook vice-premier Asscher heeft geen stappen ondernomen om aan deze schending van het recht een einde te maken, zo weet ik uit goed geinformeerde bronnen. Kennelijk staat ook voor hem de ‘Joodse staat’ boven de wet die voor elk ander land geldt op straffe van bijvoorbeeld sancties. 

Daardoor doet zich er een merkwaardige situatie voor. Vice-premier Asscher neemt een aantal ‘Turkse jongeren’ moreel de maat, terwijl hij de bevriende ‘Joodse natie’ het recht laat schenden en het zionistische regime daarvoor zelfs laat belonen met nog nauwere banden, zelfs militaire. Dit zou men nog kunnen toeschrijven aan genadeloze machivallistische opvattingen van de minister van Sociale Zaken en Wergelegenheid. Zijn acceptatie levert genoeg werkgelegenheid in Israel op, een land waarvan de grootste handelspartner de EU is. Waar het mij vooral om gaat is het volgende:

In een brief aan de Tweede Kamer schrijft Asscher dat het onacceptabel is als solidariteit en sterke identificatie met moslims elders in de wereld leiden tot openlijke vijandigheden tegen andere groepen.

Minister Asscher stelt hier de 'loyaliteitskwestie' aan de orde. In zijn ogen zijn deze ‘moslims’ van Turkse afkomst niet loyaal aan de uitgangspunten van de Nederlandse democratische rechtstaat. Ze bezitten volgens hem een ‘sterke identificatie met moslims elders in de wereld.’ Ongewild maar toch onvermijdelijk werpt de vice-premier daarmee de loyaliteitsvraag op van ook sommige joodse Nederlanders die al decennialang blind achter de Israelische terreur staan. Ook bij hen speelt een verklaarbaar identiteitsprobleem. Vijf jaar geleden interviewde ik de eminente joods-Israelische hoogleraar Psychologie, Benjamin Beit Hallahmi, over dit onderwerp, een geleerde die ondermeer stelt dat

Hoewel overal in de moderne wereld het kolonialisme verworpen is, is Israël nog steeds een koloniale garnizoensstaat.
  
Beit-Hallahmi die in de VS, Engeland en Frankrijk doceerde, is auteur van talloze boeken waaronder Original Sins. Reflections on the History of Zionism and Israël. Daarin schrijft ondermeer het volgende:

Het lijden van de joden door de eeuwen heen, en speciaal tijdens de Holocaust, is gebruikt om het ontzeggen van Palestijnse rechten te rationaliseren en te rechtvaardigen. Dit is zo doeltreffend gebeurd dat de Palestijnen beschouwd worden als de agressors in het Israëlisch-Palestijnse conflict, dat gezien wordt als een simpele voortzetting van de eeuwenlange joodse vervolging.

Tijdens het interview met hem verklaarde hij:

Diep (of niet zo diep) is iedere zionist zich bewust van de fundamentele immoraliteit van de manier waarop het zionisme de oorspronkelijke bewoners heeft behandeld.

En over de identiteit van joden in het buitenland schreef hij onder andere dit:

In ruil voor de onbeperkte politieke steun aan Israël hebben de Amerikaanse joden gekregen waaraan het ze het meest ontbreekt: een ideologische inhoud om de leegte van hun identiteit te vullen.

Beit Hallahmi werkt zijn bevindingen uitgebreid uit in zijn publicaties en toont gedumenteerd aan dat de loyaliteitskwestie van de joden elders even groot is als die van de ‘Turkse jongeren’ die  door minister Asscher worden aangesproken op hun haat en minachting voor ‘joden’. Het probleem is nu dat politici al dan niet met een joodse achtergrond zoals meneer Asscher, zich te weinig of helemaal niet in het openbaar hebben uitgesproken tegen de terreur van Israel, of die terreur zelfs hebben gesteund. Politici als Uri Rosenthal vonden het opportuun om op verschillende manieren Israel tegen kritiek van democratische landen te beschermen:

Ties with Israel are like our bond with NATO... ‘It’s like government support for an organization saying we should totally sever our ties with NATO, while the Dutch government feels itself a strong supportive member state,’ Rosenthal said.

En:

Wij willen weerstand bieden aan Israël-bashing, we willen investeren in de relatie met Israël.

Terwijl de NRC berichtte dat volgens ingewijden Rosenthal ‘een nog grotere vriend van Israël' was 'dan zijn voorganger Verhagen en dat zegt wat.’

En dit wekt logischerwijze weerzin op bij islamitische burgers, net zoveel weerzin als joodse burgers voelen zodra joodse burgers als tweederangs burgers worden behandeld, voor wie de zogeheten ‘universele rechten van de mens’ niet gelden.

Dit alles is niet zo moeilijk te begrijpen, het zijn millennia-oude psychologische wetmatigheden. De mens is een gebrekkig wezen, dat geldt voor Turken, Nederlanders, Joden in Israel etc. Mensen die niet begrijpen dat hun houding vijanden maakt en haat oproept zijn niet geschikt voor de politiek. En zeker ook niet mensen die daar politiek profijt uit proberen te slepen, zoals bijvoorbeeld Geert Wilders. Ik vrees dat minister Asscher's hypocriete opstelling als resultaat zal hebben dat alleen Wilders daar straks profijt van trekt. Juist sociaal-democraten zouden moeten laten zien hoe bepaalde processen werken, in plaats van ze tamelijk schijnheilig te veroordelen, terwijl men in wezen hetzelfde doet. In plaats van anderen te veroordelen zouden ze allereerst zelf het goede voorbeeld moeten geven. Ik kom hierop terug. Vooruitlopend daarop een fragment van mijn interview met

Benjamin Beit-Hallahmi: ‘Het zionisme heeft het Joodse volk de mogelijkheid gegeven om nieuwe Joden te worden en sommigen zijn dat ook geworden. Ikzelf ben daar een voorbeeld van, en ik heb er veel profijt van gehad. Tegelijkertijd zijn veel Joden in Israël in hoge mate geglobaliseerd. De zionisten zijn daar buitengewoon ontsteld over omdat het betekent dat deze mensen de joodse traditie van migratie in stand houden, het zoeken naar betere perspectieven elders en doortrekken. Precies zoals de diaspora-joden doen. Nu de Israëlische diaspora groeit, lijkt het alsof de zionistische oplossing voor de joden niet werkt. Het is net alsof jonge joods-Israëli’s de diaspora in vluchten op zoek naar normaliteit, nadat de Israëlische poging tot normalisering gefaald heeft. Gaandeweg zijn er joden die de Israëlische claim op superioriteit aanvechten, zoals de joods-Amerikaanse geleerde Jacob Neusner, die schrijft dat “het tijd wordt om te zeggen dat Amerika een betere plaats is om jood te zijn dan Jeruzalem. Als er ooit een Beloofd Land is geweest, dan leven wij joods-Amerikanen er in. Hier zijn de joden tot volledige ontplooiing gekomen, niet alleen in de politiek en de economie, maar ook in de kunst, de cultuur en in de wetenschap… Amerika, de meest vrije en open samenleving die joden ooit hebben gekend, is voor de joden niet alleen goed, maar zelfs beter dan de staat Israël.” De Israëlische diaspora heeft Israël dus niet nodig om als volk of als individuen te kunnen bestaan. Daarentegen ontlenen talloze joden in de diaspora wel veel psychologische steun aan het bestaan van Israël als Joodse staat, het is zelfs een centraal onderdeel geworden van de identiteit van de meeste joden op aarde en dat komt doordat de joden zich nog altijd onzeker voelen. Het antisemitisme is nog steeds overal een realiteit als gevolg van het feit dat het een onderdeel vormt van de christelijke cultuur. Zolang het christendom bestaat, zal er antisemitisme zijn. De religie is een probleem en het antisemitisme is een probleem en die veroorzaken onzekere, bange joden en het verlangen naar een schuilplaats zodra het weer fout gaat. Ze weten dat ze altijd naar Israël kunnen uitwijken. Op dit moment zullen ze dat zeker niet doen, maar niemand kent de toekomst. Bovendien zijn de geseculariseerde joden onzeker over hun joodsheid. Wat maakt hen nog tot jood? Ze zijn daarom heel blij met de nieuwe Jood, die ze zien als volstrekt anders dan de diaspora-jood. De nieuwe Jood is een soldaat, een krijger, een atleet, stoer, dapper, iemand die betrokken is bij talloze zaken die de joden in de diaspora niet kennen, het vult een bepaalde leegte in hun persoonlijkheid, het voldoet aan een psychische behoefte. En nu kunnen ze zeggen: “Kijk maar, we kunnen anders zijn, de nieuwe Joden worden niet als abnormaal beschouwd, als mensen zonder wortels, als nomaden. Zij hebben een andere werkelijkheid gecreëerd.” Het is immers nog steeds een realiteit dat joden in de diaspora tot op zekere hoogte als afwijkend worden gezien omdat ze niet aan een bepaalde plaats gebonden zijn. Toen rond 2000 een grote economische crisis in Argentinië uitbrak vertrokken veel joden, en nadat de economie zich wat had hersteld gingen ze weer terug. Dit vermogen tot mobiliteit kennen maar weinig volkeren en ook daardoor voelen joden zich anders en ook daarom is Israël voor hen zo belangrijk. Wanneer verschillende gemeenschappen bij elkaar wonen dan veroorzaakt elk contact met een andere identiteit enige onzekerheid, dat is een bekend fenomeen, en de joden voelen ook dat ze anders zijn, dat is hun psychologische werkelijkheid, en Israël lijkt hen paradoxaal genoeg in contact te brengen met normaliteit. Herzl heeft altijd gesteld dat de joden die in de diaspora bleven uiteindelijk zouden assimileren. Het zal enige tijd duren, maar het ligt in de aard der zaak dat dit gebeurt. Wij allen worden door de moderniteit geassimileerd, door de globalisering raken we geïntegreerd in een wereldwijd netwerk. U treft nu talrijke mensen uit de hele wereld aan in Amsterdam, New York, Londen, Tel Aviv, terwijl nog geen halve eeuw geleden de overgrote meerderheid van de mensen binnen zijn eigen gemeenschap bleef. Die ontwikkeling kan het zionisme niet tegenhouden. De assimilatie zet door en de joodse identiteit verdwijnt simpelweg in de grote smeltpot. Ook de Israëli’s zullen als de wandelende jood ten slotte integreren. De huidige realiteit ondermijnt de logica en rechtvaardiging van het zionisme. Het zionisme is niet het antwoord geworden op de diaspora. En de joden worden niet langer meer vervolgd omdat ze joden zijn. De joods-Israëli’s zijn in oorlog met de Arabische wereld doordat zij de zonde van het kolonialisme hebben begaan, en niet om het feit dat ze joden zijn.’

 Uri Rosenthal: 'Contacten tussen Nederlandse... overheden met inwoners van de Joodse nederzettingen zijn niet illegaal. Het staat hen vrij te beslissen die contacten al dan niet te hebben.' 

Fragmenten uit Original Sins: ‘Het zonder taboes analyseren van het zionisme betekent de harde realiteit zien van de overheersing en onderdrukking dat het gecreëerd heeft. Uit de erfzonden van de wereld tegen de joden groeiden de erfzonden van het zionisme tegen de Palestijnen… Israëli’s lijken te worden achtervolgd door een vloek. Het is de vloek van de erfzonde tegen de inheemse Arabieren. Hoe kan Israël worden bediscussieerd zonder de onteigening en uitsluiting van de niet-joden in herinnering te brengen? Dit is het meest fundamentele feit over Israël, en geen enkel begrip van de Israëlische realiteit is mogelijk zonder dit feit te kennen. De erfzonde achtervolgt en kwelt de Israëli’s; het tekent alles en bezoedelt iedereen. De herinnering eraan vergiftigt het bloed en kleurt elk moment van het bestaan.’

‘De meeste Israëli’s van vandaag, geboren na 1950, kunnen niet verantwoordelijk worden gesteld voor de onrechtvaardigheden van de vroegere zionisten. Wel kunnen en moeten ze verantwoordelijk worden gesteld voor de huidige onrechtvaardige werkelijkheid, die een directe voortzetting is van de vroege zionistische principes. Alle Israëli’s zijn de erfzonden van het zionisme tegen de Palestijnen gaan erkennen. Het verschrikkelijke geheim van het onrecht kent iedereen, maar het kan niet openlijk worden behandeld. Het zich bewust zijn van de gruwelijke onrechtvaardigheid die werd begaan om de staat te kunnen scheppen, en de druk tegen het openlijk bespreken ervan, vervormt elke poging om een morele discussie te voeren in Israël.’

 Uri Rosenthal: 'Wij willen weerstand bieden aan Israël-bashing, we willen investeren in de relatie met Israël.'

Geen opmerkingen: