dinsdag 20 augustus 2013

Minister Asscher's Toneelstukje 3


Mag ik u even voorstellen: Mr. Neoliberalism himself! 
De Britse hoogleraar, wijlen Ralph Milliband, wierp in De staat in de kapitalistische maatschappij de volgende vragen op:
Kan een overheidsinstantie het niveau van lonen, prijzen en winsten bepalen? Kan het, belangrijker nog, het niveau en de richting van investeringen vaststellen? Kan een regeringsinstantie grondstoffen distribueren of bedrijfsvestigingen controleren? Kan zij op een of andere wijze volledige werkgelegenheid of een economisch groeipercentage garanderen?
Milliband toont aan dat de regering in een parlementaire democratie dit alles niet kan. Het enige dat de volksvertegenwoordiging kan doen is de eisen van de financiele en economische macht gehoorzamen. Milliband voegde daaraan toe:
De hele structuur van economische en politieke overheersing die wij tot hiertoe hebben geanalyseerd, is in de westerse politieke systemen afhankelijk van de steun, of in ieder geval de stilzwijgende instemming van degenen die eraan onderworpen zijn. De lagere en ‘intermediaire’ klassen moeten ertoe gebracht worden de bestaande sociale orde te aanvaarden, en hun eisen en aspiraties binnen de daardoor gestelde grenzen te stellen. Niets is zo belangrijk voor de heersende klassen als dit punt, dat voortdurend de aandacht vraagt, omdat het in het wezen van het systeem van overheersing ligt, dat men nooit zeker kan zijn van een eenmaal behaald succes.
Vandaar dat de PVDA al jarenlang het neoliberalisme steunt. Sterker nog, het waren de kabinetten van Wim Kok die het socialisme verwierpen en de deregulering en privatisering enthousiast omarmden. De nauwe samenwerking tussen PVDA en VVD heette destijds Paars. Dit poldermodel werd al even enthousiast gesteund door de commerciele massamedia, en als voorbeeld gesteld voor de rest van de wereld. En toen in 2008 het neoliberale beleid onvermijdelijk leidde tot één van de grootste financiele rampen die het Westen kent, schreef de VPRO-journalist Chris Kijne in Spreek'buis, het inmiddels ter ziele gegaande personeelsblad van de omroepen:
had u tot voor kort gedacht dat een minister van Financien er mee weg zou komen wanneer hij tegen de Kamer zei: ‘Nee, natuurlijk heb ik u vorige week, toen ik op het punt stond de grootste ingreep in de economie te doen die een minister van financien ooit heeft gedaan, niet de waarheid verteld. En als ik volgende week een nog grotere ingreep ga doen, vertel ik het u weer niet.' Is toch gebeurd. Gaat over democratie. En het vreemdste is: we vinden allemaal nog dat Bos gelijk heeft ook. Voor ons journalisten was het natuurlijk niet nieuw dat Wouter Bos ons niet altijd de waarheid vertelde. Wel is het nieuw dat ik op dit moment even niet meer weet of ik wel even hard als vroeger mijn best moet doen om hem die waarheid te laten vertellen. Of er inderdaad niet even een hoger belang is dan ‘de waarheid, niets dan de waarheid.'
De gehoorzame Kijne deed niets anders dan wat de andere mainstream journalisten ook deden, namelijk datgene wat zo treffend is verwoord door de voormalige hoofdredacteur van Trouw en huidige hoofdredacteur van Vrij Nederland, Frits van Exter, toen hij over 'De conditionering van de kudde' het volgende verklaarde:
Lezers horen wantrouwend te zijn tegenover de media ... De aandacht van de media [wordt] natuurlijk voor een belangrijk deel gestuurd … door de politieke machten … Dat geldt voor de nationale politiek, maar natuurlijk ook voor de internationale politiek … Het heeft voor een deel te maken met de vluchtigheid van het medium. Deels ook volgen de media elkaar, sommige zijn dominanter, en andere lijden aan kuddegedrag … Als je volgend bent, dan betekent dat als een autoriteit, of iemand die gekozen is om een bepaald gezag uit te oefenen, zegt “ik vind dit een belangrijk onderwerp, daar gaan we nou es wat aan doen,” dat je dat ook bekijkt. De dingen waar hij (sic) het niet over heeft, die volg je dus minder… het werkt voor een deel reflexmatig. Reflexen zijn het, je bent daar geconditioneerd in.
In een wanhopige poging de integriteit van de niet corrupte journalisten aan te tasten schreef Kijne vervolgens:
Het punt is: er is niemand die het antwoord weet. Er zijn heel veel schreeuwers  en blaters en kwakers met een mening – ik heb er ook wel eens één - maar de kern van de zaak is dat er de afgelopen decennia een financieel systeem is ontstaan dat zo groot is, en zo ondoorgrondelijk en zo losgezongen van de werkelijke economie, dat niemand meer kan inschatten hoe het in elkaar zit. 

Zoals ik al meermalen heb aangetoond, is deze bewering volstrekt onjuist zoals iedereen kan weten die één van de talloze Amerikaanse en Britse studies heeft gelezen waarin gedocumenteerd de oorzaken worden beschreven van de kredietcrisis, en waarin de corrumperende werking van het westerse financiele systeem uitvoerig uiteen werd gezet, van Robert Scheer’s The Great American Stickup en Les Leopold's The Looting of America tot Griftopia van de Rolling Stone-journalist Matt Taibbi, William Greider's Who will tell the People en de in het Nederlands vertaalde De Internationale Kredietcrisis van George Soros, om slechts vijf titels te noemen die de logische ineenstorting van de ‘bubble machines, vampire squids, and the long con’ hebben uiteengezet.
In strijd met de feiten beweerde SP-voorman Jan Marijnissen in 2009 in de NRC, die naderhand in handen kwam van de SP-multimiljonair Derk Sauer, dat de mainstream kranten door de staat gesubsidieerd moesten worden, aangezien

Politici om twee redenen ten zeerste verbonden [zijn] met de journalistiek. Ze hebben de journalistiek nodig om via de verslaggever de burger kond te doen van hun opvattingen. En ze zijn afhankelijk van goede journalistiek als intermediair tussen de samenleving en henzelf. Macht leidt to machtsmisbruik en slecht bestuur als er geen sprake is van een effectieve controle en verantwoording.

En zo sukkelde het door en door gecorrumpeerde poldermodel verder. Totaal de weg kwijt geraakt in een virtuele werkelijkheid kan iedere opiniemaker in Nederland onweersproken de grootste kolder verkopen over van alles en nog wat, zoals ik de afgelopen tijd heb proberen aan te tonen aan de hand van de beweringen van bestsellerschrijver Geert Mak:

De zwakte van Europa, diversiteit, is tegelijk haar grote kracht. Europa als vredesproces was een eclatant succes. Europa als economische eenheid is ook een eind op weg.
Geert Mak’s slotconclusie in 2004 van het 1223 pagina’s tellende boek In Europa.

Hoe zijn we zo plotseling in deze nachtmerrie terechtgekomen?
Geert Mak in De hond van Tišma. 2011

Europa [liet] een lokaal probleem zo uit de hand lopen, dat het nu de hele wereldeconomie bedreigt.
Geert Mak in De hond vanTišma. 2011

Het Europese project als geheel is nu al zwaar beschadigd; met kunst- en vliegwerk blijft het misschien bestaan.
Geert Mak in Humo. 21 augustus 2012

En na jarenlang het kapitalisme te hebben beschouwd als enige levensvatbare ideologie kwam op 29 april 2013 Geert Mak ineens als klap op de vuurpijl tot de ontdekkking dat

Er machten aan de gang [zijn] boven Europa, ik zeg echt bóven Europa, het klassieke woord grootkapitaal doet hier zijn intrede. Ik heb er nooit zo in geloofd, maar nu wel, die ons totaal ontglipt en waar je niks tegen kunt doen! En dat vind ik buitengewoon beklemmend.

Niet alleen ontdekte Mak op die voor hem zo historische dag wat elke eerstejaars student economie leert, elke academicius uit de andere sociale wetenschappen weet en trouwens ook iedere werknemer die zich niet heeft laten hersenspoelen, maar hij besefte plotseling eveneens dat die economische macht ‘ons totaal ontglipt.’ Mak's 'gevoel' zegt hem nu dat

iedereen die een beetje bij zinnen is moet nadenken over vormen waarmee je je daartegen kunt verweren.

Zelfs de sociaaldemocraten kunnen de werkelijkheid niet meer ontkennen en lijken in paniek te raken, zowel de politici als hun spreekbuizen in de commerciele massamedia. Vandaar Asscher's toneelstukje dat nu voor ons wordt opgevoerd. De staatsbezuinigingen gaan namelijk gewoon door in een poging het neoliberale bestel tegen elke prijs in stand te houden. Seumas Milne toont dit haarscherp aan in zijn The Revenge of History wanneer hij schrijft dat

while the free-market model had been discredited, it was very far frim being abandoned. Rather the opposite. Latin America had turned against neoliberalism and China demonstrated the powerful role of publicly owned banks and enterprises in driving growth against freemarket dogma. But across the Western world, governments used the fallout from the crisis, shock doctrine-style, to try to reconstruct and further entrench the neoliberal system. With the alibi of austerity to pay off the costs of slump and bank bailouts, not ontly were jobs, pay and social benefits cut as never before, but privatisation and corporate-controlled markets were extended still further into the remnants of the public realm. From Lisbon to London, the rollback of the state that had fuelled the crisis was accelerated still further...

The New World Order was given a liberal veneer by Bill Clinton, Tony Blair and a retinue of European post-social-democratic camp followers. The last years of the twentieth century marked the high tide of both free-market globalisation and liberal intervention, which so strikingly echoed the liberal imperialism of the late nineteenth century. Privatisation and deregulation were let loose across the globe, from Moscow to Mumbai, while coporate-tailored triangulation set thight limits on redistribution and social reform in what had once been the heartlands of Western social democracy.

Daarover later meer.


Minister-president Wim Kok krijgt in de jaren negentig het etiket 'Mister Poldermodel' opgeplakt. De Nederlandse overlegcultuur wordt dankzij hem wereldberoemd. 

1 opmerking:

Sonja zei

BTW Harry van Bommel:

"Het goede van het CIDI is dat ze een uitermate sterke lobby hebben, altijd richting de Kamer."

[Dan hoef je niet naar ze toe...]

"Precies! Precies!"

"We weten elkaar goed te vinden."

"En verder heeft het CIDI een uitstekende nieuwsbrief"

http://www.cidi.nl/van-bommel-bezoekt-cidi/