zondag 29 september 2013

De Mainstream Pers 35



Seymour Hersh on Obama, NSA and the 'pathetic' American media. 

Pulitzer Prize winner explains how to fix journalism, saying press should 'fire 90% of editors and promote ones you can't control'

The Obama administration lies systematically, he claims, yet none of the leviathans of American media, the TV networks or big print titles, challenge him.
‘It's pathetic, they are more than obsequious, they are afraid to pick on this guy [Obama],’ he declares in an interview with the Guardian.

‘It used to be when you were in a situation when something very dramatic happened, the president and the minions around the president had control of the narrative, you would pretty much know they would do the best they could to tell the story straight. Now that doesn't happen any more. Now they take advantage of something like that and they work out how to re-elect the president.

He isn't even sure if the recent revelations about the depth and breadth of surveillance by the National Security Agency will have a lasting effect.

He is certain that NSA whistleblower Edward Snowden ‘changed the whole nature of the debat’ about surveillance. Hersh says he and other journalists had written about surveillance, but Snowden was significant because he provided documentary evidence – although he is sceptical about whether the revelations will change the US government's policy.
Seymour Hersh. The Guardian. 27 september 2013

In 1888 schreef de bekende Britse cultuurcriticus Matthew Arnold in Civilisation in the United States over de Amerikaanse ‘self-glorification’:

now the Americans seem, in certain matters, to have agreed, as a people, to deceive themselves, to persuade themselves that they have what they have not, to cover the defects in their civilization by boasting, to fancy that they well and truly solve, not only the political and social problem, but the human problem too. One would say that they do really hope to find in tall talk and inflated sentiment a substitute for the real sense of elevation which human nature, as I have said, instinctively craves – and a substitute which may do as well as the genuine article.

Arnold beschouwde de claim ‘the greatest nation upon earth’ als niets anders dan puur ‘zelfbedrog,’ evenals de bewering van

their national historian [George Bancroft], that American democracy proceeds in its ascent ’as uniformly and majestically as the laws of being, and is as certain as the decrees of eternity.’

Hij concludeerde:

they deceive themselves totally. And by such self-deception they shut themselves the door to improvement.

Matthew Arnold had gelijk, zoals we nog steeds vandaag de dag kunnen opmaken uit ondermeer de recente uitspraken van president Obama.
In an address to the United Nations General Assembly, President Obama openly embraced an aggressive military doctrine backed by previous administrations on using armed force beyond the international norm of self-defense. Obama told the world that the United States is prepared to use its military to defend what he called ‘our core interests’ in the Middle East: U.S. access to oil. ‘[Obama] basically came out and said the U.S. is an imperialist nation and we’re going to do whatever we need to do to conquer areas [and] take resources from people around the world,’ says independent journalist Jeremy Scahill. ‘It’s a really naked declaration of imperialism... When we look back at Obama’s legacy, this is going to have been a very significant period in U.S. history where the ideals of very radical right-wing forces were solidified. President Obama has been a forceful, fierce defender of empire.

Het feit dat opperbevelhebber van de Amerikaanse strijdkrachten, president Obama, een vurige verdediger is van het kapitalistische imperium, is des te problematischer omdat de VS doorgaat voor een democratie en zoals de Amerikaanse Rebecca Fisher constateert in de door haar geredigeerde bundel Managing Democracy. Managing Dissent
it is a widely held belief that, in an inseperable and providential union, democracy and capitalism have, in most countries of the world, defeated the forces of authoritarianism, and granted us universal political freedoms. Some also hold the less positive view that there is no other potential system which could meet our needs, wants and desires, and that ‘democratic’ capitalism is the least bad option. Such beliefs are crucial to the subtle and insidious processes of organizing popular consent to the capitalist social order, and so to containing people’s oppositional demands arising from the ever-worsening social polarity and economic oppression. The belief that we live in a democracy is also crucial to the legitimation of the use of repression, even military interventions to fight for ‘democracy’, when such demands are not successfully contained; demands which are so often cast as undemocratic and even pernicious…
As the contributions to this volume will show powerfully, highly limited concept and practice of democracy, with its accompanying rhetoric, has been developed in parallel with the emergence of the capitalist system, to manage and contain dissent, shroud and legitimate the oppression that capitalism requires, and heavily confine our political actions must be channeled into forms which do not fundamentally threaten its operations. Frequently this happens via subtle and obscure processes of co-option and neutralization of public opinion and of what is termed civil society, i.e. social institutions that are, at least in theory, in a position to challenge the state or the market. Vital too is the reverse side of co-option – the marginalization and repression of those elements which transgress the boundaries of safe, manageable dissent. Thus ‘democracy’ is managed, in order to contain dissent, and ensure it does not threaten transnational capitalism, corporate power and elite interests…
Om de kapitalistische ‘democratie’ zo soepel mogelijk te laten functioneren zijn natuurlijk de mainstream media van doorslaggevend belang. Zonder de commerciele massamedia zou de disciplinering zelfs onmogelijk zijn. Dit verliep  tot voor kort uitermate succesvol. De mainstream journalisten deden en doen nog steeds precies wat van hen geeist wordt. Vandaar dat de Amerikaanse onderzoeksjournalist Seymour Hersh, opmerkt dat press should fire 90% of editors and promote ones you can't control,' niet omdat hij denkt dat dit zal gebeuren, maar om te benadrukken dat de westerse pers door en door gecorrumpeerd is, exact doet wat de macht wil en op die manier meewerkt aan het nog verder uithollen van wat ‘democratie’ heet te zijn. Zo liet de kameleontische Geert Mak in 2012 weten dat 'Bij Obama het erg [speelt] over het verdedigen van verworven rechten,' van de zwakkeren, om hier naderhand aan toe te voegen dat het beter is voor Nederland en de internationale gemeenschap dat Obama de verkiezingen wint.’ Daarentegen stelt Hersh, die al sinds de Vietnam-oorlog de corruptie van Washington aan de kaak stelt, dat The Obama administration lies systematically.’ Hersh is een journalist. Mak is een mainstream propagandist, die de macht in zowel Brussel als in Washington aanprijst. Zijn propaganda verklaart ook het feit dat hij zichzelf permanent tegenspreekt, zonder dat er een lichtje opgaat bij de Nederlandse goegemeente. Integendeel zelfs, hij wordt alom geprezen, terwijl zijn boeken meermaals worden genomineerd voor een of andere prijs. Mak staat in Nederland model voor de irrationaliteit van het neoliberale systeem; zijn werk is symptomatisch voor de intellectuele corruptie in de polder, hij lijkt op de stripfiguur Rorschach, van Alan Moore en Dave Gibbons, in wiens gelaat ieder individu iets anders herkent, omdat men er de eigen hoop dan wel angst in projecteert. Als kleine zelfstandige moet Mak permanent de publiciteit zoeken om zijn toko draaiende te houden. Daardoor moet hij zich aanpassen aan de smaak en grillen van het grote publiek. Het probleem daarbij is dat zijn ego zo onverzadigbaar is dat hij zijn opportunisme volledig heeft geinternaliseerd. Er bestaat geen één Geert Mak maar talloze, en men weet nooit precies welke Mak nu weer spreekt. Dit gaat op voor bijna alle opiniemakers in de polder. Het enige zekere aan hen is dat ze doen wat de macht van hen verwacht. Nogmaals, dit is niet het kenmerk van louter en alleen Geert Mak, maar dat van alle opiniemakers in de polderjournalistiek. De voormalige hoofdredacteur van Trouw en huidige hoofdredacteur van Vrij Nederland, Frits van Exter, sprak in dit verband over 'de conditionering van de kudde' en van de mainstream journalisten die elkaar napraten:

Deels... volgen de media elkaar, sommige zijn dominanter, en andere lijden aan kuddegedrag… Als je volgend bent, dan betekent dat als een autoriteit, of iemand die gekozen is om een bepaald gezag uit te oefenen, zegt 'ik vind dit een belangrijk onderwerp, daar gaan we nou es wat aan doen,' dat je dat ook bekijkt. De dingen waar hij het niet over heeft, die volg je dus minder… het werkt voor een deel reflexmatig. Reflexen zijn het, je bent daar geconditioneerd in.'

Voor de reflexmatig reagerende commerciele massamedia zijn feiten ondergeschikt aan de  verpolitiekte werkelijkheid, de realiteit ondergeschikt aan de ideologie. Onwelgevallige feiten, waarvan hun medemensen het slachtoffer kunnen zijn, worden daarbij dood gezwegen. Zo werkt de conditionering. Een voorbeeld: in de NRC van 14 februari 1990 concludeerde de historicus Jacques Oerlemans onder de kop ‘Een-partij staat Nederland’ 

‘De politiek’, met inbegrip van de inmiddels gepolitiseerde bureaucratie, lijkt zich meer dan ooit te hebben ontwikkeld tot een min of meer gesloten circuit van partijleden.

In het studieboek Land van kleine gebaren dat ‘al vele jaren [geldt] als het beste en meest bruikbare overzicht van de nieuwste Nederlandse geschiedenis’ stellen de auteurs dat dit ‘gesloten circuit’ in een zogeheten democratie ‘vooral een probleem’ is ‘omdat de grote partijen allemaal slechts varianten’ zijn ‘van hetzelfde, waardoor we in feite een eenpartijstelsel’ hebben. Dit alles is evenwel voor onze opiniemakers een te verwaarlozen detail in de dagelijkse berichtgeving. En dus kan bestseller auteur Geert Mak met betrekking tot het ondoordringbare ‘Brussel’ onweersproken beweren dat de burger ervan doordrongen dient te zijn dat er geen gemeenschap zonder veiligheid, zelfbeschikking en solidariteit' kan bestaan, 'en tegelijk geen gemeenschap zonder verbeelding,’  en dus:

Geen Jorwerd zonder Brussel. Maar tegelijk: geen Brussel zonder Jorwerd.
Tegelijkertijd weet hij, zoals hij zelf vijf maanden eerder verklaarde, dat
Er machten aan de gang [zijn] boven Europa, ik zeg echt bóven Europa, het klassieke woord grootkapitaal doet hier zijn intrede. Ik heb er nooit zo in geloofd, maar nu wel, die ons totaal ontglipt en waar je niks tegen kunt doen. En dat vind ik buitengewoon beklemmend,

Hoe 'beklemmend' dit ook mogen zijn,  ‘Geen Jorwerd zonder Brussel.’  Onze opiniemakers geloven niet in ‘democratie.’  Door een combinatie van cynisme en gebrek aan verbeeldingskracht geloven ze alleen in macht, en voor hen geldt allereerst dat degene met de meeste macht ook het meeste gelijk heeft. Precies hetzelfde gaat op voor onze politici. Naar aanleiding van Oerlemans diagnose stellen de auteurs van het geschiedenisboek Land van kleine gebaren:

De grote partijen hadden geen ‘ondubbelzinnige beginselen’ meer. Daardoor had de modale politicus ook geen richtgsnoer meer voor zijn handelen, behalve dan zijn eigenbelang, zijn publieke bekendheid en zijn ijdelheid: ‘Het hoeft dan ook niemand te verbazen als hij met narcisistische willekeur dwaasheden verzint en spilzieke plannen opzet waar geen burger om heeft gevraagd. De politiek was in handen geraakt van carrière-oligarchie.’ Het begrip ‘democratie’ was hierop nauwelijks nog van toepassing, al was het maar omdat dit alles weinig meer te maken had met het beginsel van de volkssoevereiniteit.

Deze feiten zijn voor de Makkianen niet nieuw. Ze weten het, en ze weten het maar al te goed, vandaar hun door ijdelheid en financieel gewin ingegeven opportunisme en conformisme. Hun belangrijkste drijfveer is onderdeel zijn van de politieke domein, dat op zijn beurt wordt aangestuurd door de economische macht. Het spreekt voor zich dat deze mentaliteit uiterst gevaarlijk voor de mensheid, die geconfronteerd wordt met het alles onderwerpende neoliberale kapitalisme dat in de praktijk een permanente staat van oorlog betekent tegen mens en natuur. Zbigniew Brzezinki, de Nationale Veiligheidadviseur tijdens het bewind van president Carter, die van de mensenrechten een politiek wapen maakte, schreef in zijn The Grand Chessboard. American Primacy And Its Geostrategic Imperatives

A genuinely populist democracy has never before attained international supremacy. The pursuit of power and especially the economic costs and human sacrifice that the exercise of such power requires are not generally congenial to democratic instincts. Democratization is inimical to imperial mobilization.

Deze opmerking is van groot belang, Brzezinki wordt algemeen beschouwd als één van de voornaamste hedendaagse strategische denkers, hij is ‘trustee’ en oprichter van de invloedrijke Trilateral Commission en is also a past attendee and presenter at conferences of the Bilderberg Group - a non-partisan affiliation of the wealthiest, most powerful families and corporations on the planet.’ Samuel Huntington beoordeelt The Grand Chessboard als
the book we have been waiting for: a clear-eyed, tough-minderd, definitive exposition of America’s strategic interests in the Post-Cold War world. A masterful synthesis of historical, geographical, and political analysis, it is geostrategic in the grand tradition of Bismarck.
Mak heeft evenwel ook Brezinski’s uitgebreide antwoord op de vraag: ‘What should be the nation’s global strategy for maintaining its exceptional position in the world?’ niet gelezen. Het past niet in het propagandistische beeld dat hij over de VS verspreidt. Op zijn literatuurlijkst staat wel Hofland’s bundel Op zoek naar de pool, geschreven vanuit het veel vertrouwdere waanbeeld dat 'het Westen' ziet als ‘vredestichtende’ macht. De Nederlandse opiniemakers zoeken bevestiging bij elkaar en zodra ze die vinden dan prijzen ze elkaar's boeken de hemel in met superlatieven als ‘monumentaal’ en een schat aan informatie,’ waarbij 'qua betrouwbaarheid’ Mak hetmet gemak [wint]’ van Nobelprijswinnaar John Steinbeck, aldus Paul Brill in een bespreking van Reizen zonder John. Het is ook niet vreemd dat in Nederland geen intellectuele uitwisseling van gedachten en visies plaatsvindt, waarvan sprake is onder de intelligentsia in cultuurlanden als de VS en Duitland, Engeland en Frankrijk. Een Geert Mak was in die landen allang op zijn nummer gezet, vanwege zijn schrijnend gebrek aan kwaliteit. Maar omdat de polder geen intelligentsia bezit, kan de eerste de beste praatjesmaker de publieke opinie domineren, en kan een ongeleid projectiel als Geert Mak ondanks zijn duizelingwekkende pretenties zichzelf rustig blijven tegenspreken. Al meer dan drie decennia geleden schreef de Amerikaanse auteur Henry Miller in A Nation Of Lunatics:
of all the civilized peoples in the world I regard the American as the most restless, the most unsatisfied, the idiot who thinks he can change the world into his own image of it. In the process of making the world better, as he foolishly imagines, he is poisening it, destroying it. Walt Whitma observed the process taking place over a hundred years ago. He referred to us as a nation of lunatics. Walt Whitman may well have been the greatest American who ever lived.
Here are Whitman’s own words written about a hundred years ago: ‘Go on, my Dear Americans, whip your horses to the utmost – excitement! money! politics! Open all your valves and let her go – swing, whirl with the rest. You will soon get under such momentum you can’t stop if you would. Only make provision betimes, old States, and new States, for several thousand insane asylums. You are a fair way to create a whole nation of lunatics.’
En omdat de macht in de moderne tijd volledig geglobaliseerd is, kan niemand meer de gekte van de macht in Washington ontvluchten. De massa kan zelfs niet aan de ‘lunatics’ in onze mainstream pers ontkomen, de fantasten die het publiek voortdurend laten weten dat de VS al ‘decennialang als ordebewaker en politieagent’ heeft gefungeerd ‘om maar te zwijgen van alle hulp die het uitdeelde.’  God bless een echte journalist als Glenn Greenwald, de vooraanstaande Amerikaanse onderzoeksjournalist, die in een interview de NRC-correspondente Floor Boon erop wees:

 Alle goede journalistiek is activisme.

Dit was zo’n openbaring voor de krant van SP-multimiljonair Derk Sauer dat de redactie de opmerking als kop boven het interview zette.

1 opmerking:

Paul zei

Hoi Stan, opnieuw een erg boeiend exposé.

Vóór Mathew Arnold had ook Charles Dickens weinig met op de Amerikaanse snoeverij, getuige zijn American Notes (reisbeschrijving). Dickens verwerkte zijn Amerikaanse ervaringen op satirische wijze in de Amerikaanse hoofdstukken van zijn roman Martin Chuzzlewit.

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...