zaterdag 16 november 2013

De Mainstream Pers 77


NRC: 'wie "Victoria's Secret" zegt, zegt "Doutzen Kroes". En zo is het. Onze eigen Doutzen was erbij, en stal de show.'


Hoewel journalisten als Henk Hofland de massa verafschuwen werkt hij wel degelijk voor de massamedia. Dat is de voornaamste reden dat Hoflands ‘politiek-literaire elite’ in Nederland zich in zowel esthetisch als ethisch opzicht nauwelijks tot niet onderscheidt van de consumerende massa. Een willekeurig voorbeeld hiervan gaf zijn krant, de NRC, op donderdag 14 november 2013 (de dag dat ik dit schrijf), toen op haar internetsite de nieuwste lingeriemode uitgebreid werd getoond. Kennelijk gaat de 'elite' bij de NRC ervan uit dat haar 'politiek-literaire' publiek geïnteresseerd is in dit onderwerp. De  commercialisering is overigens een normaal verschijnsel in de massamedia, aangezien de oplagecijfers en dus de winst de enige doorslaggevende criteria zijn. In de bundel Masscult and Midcult. Essays Against the American Grain stelde de kritische Amerikaanse publicist Dwight Macdonald in de jaren vijftig over de massa dat ‘it’s morality sinks to the level of the most primitive members,’ en ‘its taste to that of the least sensitive and the most ignorant.’ En:

Yet this collective monstrosity, ‘the masses,’ ‘the public,’ is taken as a human norm by the technicians of Masscult. They at once degrade the public by treating it as an object, to be handled with the lack of ceremony of medical students dissecting a corpse, and at the same time flatter it and pander to its taste and ideas by taking them as the criterion of reality…

Macdonald beschreef hoe de massacultuur

Destroys all values, since value-judgements require discrimination, an ugly word in liberal-democratic America. Masscult is very, very democratic; it refuses to discriminate against or between anything or anybody. All is grist to its mill and all comes out finely ground indeed.  

Dit proces van massificatie en dus gelijkschakeling begon tijdens de industriële revolutie die

uprooted people from their agrarian communities and packed them into factory cities. It produced goods in such unprecedented abundance that the population of the Western world has increased more in the last two centuries than in the preceding two millennia.

Het gevolg was voor de mensen dat

It subjected them to a uniform discipline whose only precedent was the ‘slave socialism’ of Egypt.

Met één voorbehoud:

It was not until the end of the eighteenths century in Europe that the majority of people began to play an active part in either history or culture.

Up to then, there was only High Culture and Folk Art. To some extent, Masscult is a continuation of Folk Art, but the differences are more striking than the similarities. Folk Art grew mainly from below, an autochtonous product shaped by the people to fit their own needs, even though it often took its cue from High Culture. Masscult comes from above. It is fabricated by technicians hired by businessmen.

Daarentegen was

Folk Art the people’s own institution, their private little kitchen-garden walled off from the great formal park of their masters. But Masscult breaks down the wall, integrating the masses into a debased form of High Culture and thus becoming an instrument of domination.

Het gevolg is, zo schreef hij in de jaren vijftig in Masscult and Midcult dat

Today, in the United States, the demands of the audience, which has changed from a small body of connoisseurs into a large body of ignoramuses, have become the chief criteria of success.


Alleen in die cultuur kan een Henk Hofland onweersproken in een zogeheten kritisch  tijdschrift beweren dat het Westen ‘vredestichtend’ is, kan een slecht geïnformeerde Geert Mak bestsellers over Europa en de Verenigde Staten schrijven, schroomt de hoogleraar journalistiek Marc Chavannes zich niet te beweren dat voor de Verenigde Staten ‘democratie’ een ‘exportartikel’ was, etcetera. Bij gebrek aan kwaliteitsgevoel staan de ‘onwetenden’ weerloos tegenover de vloedgolf van nonsens die voortdurend over hen heen spoelt. Kwaliteit is vervangen door Kitsch, met een grote K. ‘The requirement of the mass market explain a good deal of bad writing today,’ constateerde al ruim een halve eeuw geleden Dwight Macdonald nadat hij Sixty Years of Best Sellers had bestudeerd. ‘Masscult is at best a vulgarized reflection of High Culture and at worst a cultural nightmare, a Kulturkatzenjammer.’ De AVRO op Radio Vier, Muziek voor Miljoenen, de lijst van de tien best verkochte boeken, de best bekeken films, de hoogste oplagecijfers van kranten en tijdschriften, de dwang van de kijk- en luistercijfers van de publieke en commerciele omroepen. In die werkelijkheid bestaat in een klein land geen enclave waar een ‘politiek-literaire elite’ een daadwerkelijk intellectueel bestaan erop na kunnen houden. Dat blijkt uit de praktijk, de bewoners van die vermeende enclave gedragen zich even smakeloos en onbenullig als de massa erbuiten. De zogeheten ‘politiek-literaire elite’ in de polder is niet meer dan een groepje elkaar bevestigende ijdeltuiten die net als de nieuwe rijken de oudere cultuur imiteren ‘without understanding its essence.’ Iemand die hun drijfveren onderzoekt, wordt al snel geconfronteerd met een moeras van sentimenten en onnadenkendheid, zoals ondermeer blijkt uit het gegeven dat  de 'elite' zonder goed geïnformeerd te zijn adembenemend snel voorstander is van ‘humanitair ingrijpen’ vanwege ‘responsibility tot protect,’ maar dat zij tegelijkertijd een gewelddadig neoliberaal systeem is stand houdt, waarbij

The poorest 40 percent of the world’s population accounts for 5 percent of global income. The richest 20 percent accounts for three-quarters of world income. According to UNICEF, 25,000 children die each day due to poverty.

Een dode Afrikaanse economische vluchteling ligt dood aangespoeld op een Spaans strand, terwijl toeristen ongestoord van hun vakantie genieten. 

De westerse massamens functioneert in een niet doorleefde werkelijkheid, in een virtuele Kitsch wereld. De Britse taalkundige George Steiner schreef in dit verband in Het Verval van het woord (1974) over

wat politieke beestachtigheid en leugen van een taal kunnen maken, wanneer deze laatste is losgescheurd van de wortels van de moraal en het gevoelsleven, afgestompt door cliché's, loze beweringen en woordrestanten De taal van de massamedia en de reclame... de stijl van het huidige politieke debat, zijn even zovele duidelijke bewijzen voor het verdwijnen van de vitaliteit en de nauwkeurigheid van uitdrukking. De taal van onze gemeenschap is in een hachelijke toestand geraakt, wanneer een onderzoek naar radio-actieve neerslag de naam ‘Operation Sunshine’ kan krijgen,

en, zo voeg ik eraan toe, wanneer het Westen als ‘vredestichtend’ wordt aangeprezen door een vooraanstaande journalist als Henk Hofland, door zijn collega’s uitgeroepen tot grootste Nederlandse journalist van de twintigste eeuw. Hoflands kwalificatie is geen vergissing, hij meent het echt, net als Geert Mak werkelijk meent dat de VS ‘decennialang ordewaker en politieagent’ op aarde is geweest. Steiner heeft gelijk toen hij schreef:

En de eisen van de massacultuur en de massacommunicatie hebben de taal een steeds geringere taak doen vervullen. Wat kan er, uitgezonderd halve waarheden, grove simplificaties of onbenulligheden, overgebracht worden aan dat half-geletterde massale gehoor, dat dankzij de overal doorgedrongen democratie de voorstelling mag bijwonen? Alleen in een verschraalde of gecorrumpeerde taal kan een dergelijke communicatie effectief worden gemaakt.


Hoflands aanname dat er een ‘politiek-literaire elite’ in Nederland bestaat, berust op zelfbedrog. Die 'elite' bestaat domweg niet. De literatoren die ooit maatschappelijk betrokken waren, behoren tot de generatie van het interbellum in Europa en tot de Beat-generatie van de jaren vijftig in de VS. Die behoorden tot de vernieuwende avant-garde. Maar daar heeft Hofland nooit onderdeel van uitgemaakt. Dwight Macdonald:

The old avant-garde has passed and left no successors. We continue to live off its capital but the community has broken up and the standards are no longer respected. The crisis in America is especially severe. Our creators are too isolated or too integrated. Most of them merge gracefully into Midcult, feeling they must be part of ‘the life of our time,’ whatever that means (I should think it would be ambitious enough to try to be part of one’s own life)

Het is een treffende omschrijving van H.J.A. Hofland en de andere Nederlandse mainstream opiniemakers; inderdaad, de meesten van hen ‘merge gracefully into Midcult,’ onderwijl denkend dat ze tot de 'High Culture' van vernieuwers behoren. In de praktijk kunnen ze ook niet anders dan zich zo soepel mogelijk inpassen in de karakterloze consumptiecultuur van de middenklasse. Voor de mainstream journalisten draagt deelname aan de avant-garde te veel risico’s met zich mee, en biedt hen niet snel genoeg en met zekerheid het comfort en de privileges die een collaborerend bestaan wel biedt. De zogeheten ‘politiek-literaire elite’ van Hofland wil absoluut niets inleveren ‘to revive the spirit of the old avant-garde, that is to recreatie a cultural – as against a social, political or economic – elite as a countermovement to both Masscult and Midcult.’  En dus dreef 'de elite' van mijn generatie mee met de economische hoogconjunctuur om nu, in politiek opzicht, met lege handen te staan. Om de pijnlijke stilte te te vullen bluffen zij thans dat ze noodzakelijk zijn voor het voortbestaan van een echte democratie, terwijl ze in de praktijk niet meer doen dan proberen de neoliberale 'democratie' overeind te houden. Dwight Macdonald:

The Lords of the Kitsch sell culture to the masses. It is a debased, trivial culture that avoid both the deep realities (sex, death, failure, tragedy) and also the simple. Spontaneous pleasures, since the realities would be too real and the pleasures too lively to induce what Mr. Seldes (Amerikaanse cultuurcriticus. svh) calls ‘the mood of consent’: a narcotized acceptance of Masscult-Midcult and of the commodified it sells as a substitute for the unsettling and unpredictable (hence unsalable) joy, tragedy, wit, change, originality and beauty of real life. The masses – and don’t let us forget that this term includes the well-educated fans of The Old Man and the Sea, Our Town, J.B., and John Brown’s Body – who have been debauched by several generations of this sort of thing, in turn to demand such trivial and comfortable cultural products.
En zo zijn we terug bij de schijnwereld van de Makkianen die om hun publiek te behagen met veel poeha pretenderen de politieke en literaire kaste te representeren, terwijl ze je reinste Kitsch verkopen, knollen voor citroenen. Dit is het logische resultaat van een kapitalistische democratie, die niet kapitalistisch is maar neoliberaal, en geen democratie, maar een plutocratie is. Degene die te lang in een leugen leeft, gaat geloven dat de leugen de waarheid is, en denkt dat zijn slavernij vrijheid is. Hij kan domweg de werkelijkheid niet meer zien. Hij is te gefixeerd op zichzelf, op zijn eigen materieel en psychisch welzijn. In zijn essay American Poetry citeert W.H. Auden een opmerkelijke passage uit Democracy in America van de Franse aristocraat Alexis de Tocqueville. Na zijn reis naar de VS schreef Tocqueville over de poëzie in de nieuwe wereld:

I am persuaded that in the end democracy diverts the imagination from all that is external to man and fixes it on man alone. Democratic nations may amuse themselves for a while with considering  the productions of nature, but they are exited in reality only by a survey of themselves…

The poets who lived in aristocratic ages have been eminently successful in their delineation of certain incidents in the life of a people or a man; but none of them ever ventured to include within his performances the destinies of mankind, a task which poets writing in democratic ages may attempt…

It may be foreseen in like manner that poets living in democratic times will prefer the delineation of passions and ideas to that of persons and achievements. The language, the dress, and the daily actions of men in democracies are repugnant to conceptions of the ideal… This forces the poet constantly to search below the external surface which is palpable to the senses, in order to read the inner soul; and nothing lends itself more to the delineation of the ideal than the scrutiny of the hidden depths in the immaterial nature of man…

The destinies of mankind, man himself taken aloof from his country and his age, and standing in the presence of Nature and of God, with his passions, his doubts, his rare prosperities and inconceivable wretchedness, will become the chief, if not the sole, theme of poetry.

Auden eindigt ruim een eeuw later met de opmerking dat

If this be an accurate description of the poetry we call modern, then one might say that America had never known any other kind.

Waarbij zij aangetekend dat vandaag de dag wij allen ‘Amerika’ zijn geworden en dat wij  permanent in het beeld beeld staan en het uitzicht versperren.

Auden’s essaybundel begint met Nietzsche’s woorden: ‘We have Art in order that we may not perish from Truth.’




Geen opmerkingen: