dinsdag 13 januari 2015

Henk Hofland. Geert Mak. Hubert Smeets en Charlie Hebdo 8


Ik kom terug op de vraag dat wanneer 'boven Europa' het 'grootkapitaal' de macht in handen heeft, waar 'je niks tegen kunt doen' en 'onder Europa' ondertussen een 'veenbrand woedt,' hoe Geert Mak dan gelijkertijd kan stellen dat er 'Geen Jorwert zonder Brussel' mogelijk is. Immers, juist de Europese Unie heeft het neoliberale 'grootkapitaal' in staat gesteld die 'veenbrand' te stichten. Omdat Mak hier geen antwoord op wil en kan geven, zie ik mij gedwongen zelf te zoeken naar enige logica in Mak's door de polder-elite zo geprezen denken. 

Het orakel van Bartlehiem stelt terecht vast dat 'steeds meer Europeanen zich verwaarloosd en ontheemd [voelen].' Aangezien hij deze ontwikkeling toeschrijft aan het 'grootkapitaal,' dat 'ons totaal ontglipt,' zegt de grootste nog levende denker van Nederland 'extreem bezorgd' te zijn. En zo hoort het ook, er rust een zware verantwoordelijkheid op zijn schouders. Hij draagt de last van de wereld  voor ons. Een mainstream-journalist die versleten wordt voor een historicus en door een Vlaamse verslaggever wordt gezien 'als een van de scherpste analisten van ons continent' moet wel een man van formaat zijn, die weliswaar volgens eigen zeggen, tot voor kort niet geloofde dat het kapitalisme de macht in handen had, en in zijn meesterwerk In Europa concludeerde dat de EU een 'eclatant succes' was, is desondanks er toch in geslaagd op het nippertje de waarheid te ontdekken. Voorwaar geen geringe prestatie, waarvoor hij volkomen terecht, nu 11 jaar later, door de 'politiek-literaire elite' in de polder een gouden ganzenveer in zijn kont kreeg gestoken, die hij, wat mij betreft, beter op zijn hoed kan spelden. Men dient een veer, zeker als die van goud is, juist daar te steken waar het zonlicht er bij kan. Ere die ere toekomt, laat dat duidelijk zijn, en daarom citeer ik graag uit het veelzeggende interview dat de Vlaming met Mak had:

Het nieuws van de aanslag tegen het Franse satirisch weekblad raakt enkele minuten voor onze interview-afspraak in Amsterdam bekend. Mak komt net van de trein en heeft de berichten nog niet gehoord. ‘Misselijk van woede,’ reageert hij geschokt. Hij moet even bekomen, zich herpakken. Maar het duurt niet lang voor hij het bredere plaatje begint te schetsen. Mak is de man van het grote verhaal, de verbanden, de historische context. 'De kracht van onze westerse samenleving is onze democratie, onze variatie in ideeën, onze tolerantie, onze openheid tegenover andere culturen. Maar dat is tegelijk onze kwetsbaarheid, blijkt nu ook weer.'

Ik wijs de lezer erop dat  het knappe van onze Belgische collega's is dat hun werk vaak de snelheid heeft van een wielren-verslag. Amper aangekomen uit Bartlehiem, nog bijkomend van het tukje in de eerste klas-coupé, gaat Mak onmiddellijk vol in de pedalen door 'geschokt' en 'misselijk van woede' te zijn, of in elk geval, zo beweert hij, Tegen wie precies woedend is, wordt niet duidelijk, aangezien nog niet bekend was gemaakt dat de twee terroristen gemakshalve hun identiteitsbewijs in de vluchtauto hadden achtergelaten om het de geheime diensten, en in hun spoor de mainstream media, zo makkelijk mogelijk te maken. Maar ondanks het gebrek aan feiten weet Mak als een volleerde prof zich onmiddellijk te 'herpakken,' en laat hij het verdwaasde peloton ver achter zich. 'Het duurt niet lang voor hij het bredere plaatje begint te schetsen,' en zo kennen we hem weer, de ouwe rot in het vak; zonder de feiten te kennen is hij 'de man van het grote verhaal, de verbanden, de historische context.' Gelijk snelt de bestseller-auteur in volle vaart op de finish af, en laat hij, nog buiten adem van de krachtsinspanning, gelijk weten dat 'De kracht van onze westerse samenleving onze democratie [is], onze variatie in ideeën, onze tolerantie, onze openheid tegenover andere culturen. Maar dat is tegelijk onze kwetsbaarheid, blijkt nu ook weer.' Zo, de eerste klap is een daalder waard, en in ademloze bewondering pent de Vlaming de woorden van de winnaar op. Voor de vuist weg worden hier waarheden als koeien verkocht, inclusief 'de verbanden' en de ganse 'historische context,' de hele reutemeteut, lock, stock and barrel, straight from the horse's mouth. Wat wil een sterveling nog meer.

Dolgelukkig keert de Vlaming terug naar zijn België, en dat geeft ons, eenvoudigen van geest, de tijd voor de broodnodige bezinning, want wat beweert Mak nu eigenlijk? Wat zou de malle Mak nu precies bedoelen met 'onze tolerantie'? De westerse 'tolerantie' misschien, die zes decennia geleden leidde tot Auschwitz? Of bedoelt Mak de 'tolerantie' die de Franse staat toonde toen zij haar leger tijdens de Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd op grote schaal liet martelen en moorden? Voorjaar 2002 verklaarde oud-generaal Paul Aussaresses dat hij nog steeds geen enkele spijt had van de Franse terreur in de voormalige kolonie, al was het maar omdat 'martelen doeltreffend is.' Excuses voor het leed de Algerijnen aangedaan zijn ruim een halve eeuw na het plegen van de oorlogsmisdaden en de misdaden tegen de menselijkheid nog steeds niet door de Franse staat aangeboden. Wel 'erkende de regering-Jospin [in 1998] dat de onderdrukking door de politie van een demonstratie voor onafhankelijkheid van Algerijnen, in 1961 in Parijs niet, zoals steeds officieel is beweerd, slechts drie maar tientallen levens had gekost,' zo berichtte NRC-correspondent Pieter Kottman op 9 mei 2002. Tijdens die vreedzame demonstratie schoot en knuppelde de Parijse politie een nog steeds onbekend aantal Algerijnse nationalisten dood en smeten hun lijken vervolgens in de Seine om voor eens en voor altijd duidelijk te maken dat in 'het vaderland van de Verlichting en de mensenrechten' er niet geprotesteerd wordt tegen het terrorisme van de Franse staat. Na de demonstratie, waaraan meer dan 30.000 Algerijnen deelnamen, onder wie vrouwen en kinderen, pakte de politie 10.000 mensen op en deporteerden ze naar detentiekampen waar een aantal van hen werd vermoord. De schattingen over het totale aantal doden lopen uiteen van 32 tot rond de 200. Het exacte aantal is onbekend, omdat president De Gaulle, met diens kenmerkende 'openheid tegenover andere culturen,' weigerde een officieel onderzoek te laten instellen en geen van de doden officieel was geregistreerd. Een jaar na de slachting in Parijs kondigde de Franse staat een generaal pardon af voor misdaden begaan tijdens de strijd tegen de 'Algerijnse opstand.' Jean-Luc Einaudi, auteur van een boek over het onbestraft vermoorden van de demonstranten, verklaarde: 'Men heeft zich veroorloofd het bloedbad voor altijd te laten verdwijnen uit onze collectieve herinnering.' 

Tot voor tamelijk kort geleden zwegen de meeste Franse journalisten over de gebeurtenissen van 17 oktober 1961. De enige persfotograaf die zijn materiaal uit handen van de politie wist te houden, Elie Kagan, sprak over de 'volledige en totale onverschilligheid van het Franse volk.' Zijn foto's bleven voor het merendeel ongepubliceerd. In 1996 nog confisqueerde de Franse douane in Lyon exemplaren van de Algerijnse krant Liberté, waarin Kagan's foto's waren afgedrukt. De toenmalige hoofdcommissaris van politie Maurice Papon, degene die opdracht gaf tot de massamoord, had zich eerder al verdienstelijk gemaakt als coördinator van het militaire en burgerlijke 'pacificatie'-programma in Oost-Algerije, waarvan martelingen en standrechtelijke executies een dagelijks onderdeel uitmaakten. Op 2 april 1998 werd Maurice Papon na het langste proces in de Franse geschiedenis op 87-jarige leeftijd veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf wegens betrokkenheid bij het plegen van 'misdaden tegen de menselijkheid.' Als secretaris-generaal in Bordeaux had hij voor de nazi's in de jaren 1942 tot 1944 de razzia's tegen de joden gecoördineerd. Papon moest van de rechtbank tevens al zijn onderscheidingen teruggeven, waaronder de allerhoogste, de Légion d'honneur, voor bewezen diensten in het militaire en ambtelijke apparaat. In afwachting van het hoger beroep dat hij aantekende werd de oorlogsmisdadiger op vrije voeten gesteld. Voor de terreur tegen de Algerijnen bleef hij ongestraft. Het racisme blijft een onlosmakelijk onderdeel van de blanke cultuur, zowel de christelijke als die van de Verlichting. De familie van Geert's ouders is daar een voorbeeld van. Vanuit deze achtergrond bezien is het borstgeroffel over westerse waarden van Geert Mak, evens ridder in de Légion d'honneur, niets anders dan obsceen. Degenen die ook maar terloops de westerse geschiedenis heeft bestudeerd weet maar al te goed dat tenminste sinds Columbus begon met het uitroeien van Indianen, de westerse hegemonie alleen via massale terreur is afgedwongen en nog steeds in stand wordt gehouden. De Amerikaanse neoconservatieve historicus Victor Davis Hanson maakte dit nog eens duidelijk in zijn boek Why The West Has Won. Nine Landmark Battles in the Brutal History of Western Victory (2002), waarin hij stelde dat de westerse macht altijd gebaseerd is geweest op 'the most lethal practice of arms conceivable,' om daar zonder enig morele terughoudendheid trots aan toe te voegen:

Let us hope that we at last understand this legacy. It is a weighty and sometimes ominous heritage that we must neither deny nor feel ashamed about -- but insist that our deadly manner of war serves, rather than buries, our civilization.

Maar van feiten trekt Mak en zijn interviewers zich niets aan. Feiten zijn voor hen hinderlijke futiliteiten. Meningen, daar gaat het om. Hoe meer meningen, des te meer boeken er worden verkocht en derhalve hoe meer prijzen de patiënt ontvangt. Constipatie, dat wil zeggen, het verstoppen van zijn woordenbrij, zou voor de mainstream-opiniemaker de ondergang betekenen. Aangezien Geert Mak sneller spreekt en schrijft dan hij kan nadenken, is het zeker niet onjuist te constateren dat de man lijdt aan een ernstige mate van verbale diarree, een kwaal die door de hedendaagse mainstream-journalistiek wordt gezien als een verworvenheid, aangezien de modale opiniemaker moeiteloos uitzendtijd en krantenkolommen vult. Ik stop er mee. Ik heb vandaag de British Museum en Tate Modern bezocht, ook ik word een dagje ouder.  


Voor de werkelijkheid moet men niet bij de vorstelijk betaalde propagandist Mak zijn, maar bij journalisten en auteurs als de kritische, maar zeker niet radicale Amerikaan Tom Engelhardt. Wat voor de opiniemaker uit de polder een 'democratie'  is, wordt door de New Yorkse intellectueel Engelhardt als volgt beschreven:

Government of the Surveillers, by the Surveillers, for the Surveillers 
If Edward Snowden’s documents reveal anything, it’s that the frenzy of construction -- from new headquarters to new data centers -- that has been the mark of the intelligence world since 9/11 has been matched by a similar frenzy of construction in the world of online and telephonic communications.  We undoubtedly don’t know the full scope of it yet, but it’s already obvious that from PRISM to XKeyscore the U.S. Intelligence Community has been creating a labyrinth of redundant surveillance mechanisms that mimics the vast growth and redundancy of the intelligence world itself, of the 17 organizations and agencies in that 'community' and all the little outfits or offices not even counted in that staggering figure. 
The truth is that, thanks to our 'spies,' we know a great deal more about how our American world, our government, really works, but we still don’t know what this thing that's being built really is.  Even its creators may be at sea when it comes to what exactly they are in the process of constructing.  They want us to trust them, but we the people shouldn’t put our trust in the generals, high-level bureaucrats, and spooks who don’t even blink when they lie to our representatives, pay no price for doing so, and are creating a world that is, and is meant to be, beyond our control.  We lack words for what is happening to us.  We still have to name it.
It is at least clearer that our world, our society, is becoming ever more imperial in nature, reflecting in part the way our post-9/11 wars have come home.  With its widening economic inequalities, the United States is increasingly a society of the rulers and the ruled, the surveillers and the surveilled.  Those surveillers have hundreds of thousands of spies to keep track of us and others on this planet, and no matter what they do, no matter what lines they cross, no matter how egregious their acts may be, they are never punished for them, not even losing their jobs.  We, on the other hand, have a tiny number of volunteer surveillers on our side.  The minute they make themselves known or are tracked down by the national security state, they automatically lose their jobs and that’s only the beginning of the punishments levied on them.
Those who run our new surveillance state have not the slightest hesitation about sacrificing us on the altar of their plans -- all for the greater good, as they define it.
This, of course, has nothing whatsoever to do with any imaginable definition of democracy or the long-gone republic.  This is part of the new way of life of imperial America in which a government of the surveillers, by the surveillers, for the surveillers shall not perish from the Earth.




Geen opmerkingen:

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...