donderdag 4 februari 2016

Vluchtelingenstroom 65


In de heruitgave van zijn geprezen studie War Stars. The Superweapon and the American Imagination (2008) werpt de Amerikaanse hoogleraar 'English and American Studies' aan de Rutgers University, H. Bruce Franklin, de volgende vraag op:

How can we possibly explain what seems to be a pell-mell (roekeloos. svh) rush toward self-annihilation? Inventing and constructing this planetary suicide machine might appear so irrational as to be called insane. Indeed, in the first months after the atomic bombing of Hiroshima and Nagasaki, many people, foreseeing the arms race toward a policy officially known as 'Mutually Assured Destruction,' labeled our behavior 'mad.' Lewis Mumford's eloquent 1946 jeremiad entitled 'Gentlemen: You Are Mad!' called our leaders 'madmen' arranging global suicide while solemnly convinced that they are rationally and responsibly working for security and peace. There can be only one reason, Mumford told us, why we acquiesce in such madness: 'We are madmen, too. We view the madness of our leaders as if it  expressed a traditional wisdom and a common sense.'  

But suppose that creating mechanisms for universal extermination does indeed express 'traditional wisdom' and 'common sense.' To focus on the apparent madness of individuals might then be misleading, for the source of their irrationality — and the matrix (voedingsbodem. svh) of those devastating mechanisms — would be the culture itself. 

To create the objects that menace our existence, some people first had to imagine them. Then to build these weapons, a much larger number of people had to imagine consequent scenarios — a resulting future — that seemed desirable. This our actual super weapons originated in their imagined history, which forms a crucial part of our culture. 

Vanuit het hierboven beschreven besef zal duidelijk worden dat zijn Henk Hoflands volgende commentaar even krankzinnig is als de nucleaire wapens die straks ingezet worden zodra één van de partijen dreigt te gaan verliezen:

President Poetin wil geen compromis, zoals de praktijk van deze oorlog aantoont, en het is dus noodzaak voor het Westen om grenzen aan de Russische expansie te stellen. We naderen het stadium waarin van Poetin alles te verwachten valt. Eerst werd de Krim geannexeerd, nu is er deze burgeroorlog in Oekraïne' en 'het niet meer dan redelijk [is] je af te vragen wat daarna op de agenda van Moskou staat.

Aldus H.J.A. Hofland in De Groene Amsterdammer van 11 februari 2015, onder de kop 'Oekraïne splijt het Westen,' wat in elk geval het feit verraadt dat niet ieder mens het risico van een nucleaire holocaust wil vergroten. Maar die mentaliteit bevalt Hofland geenszins, want twee jaar eerder, schreef de hoogbejaarde opiniemaker in de Groene van 17 juli 2013, onder de kop 'Het machteloze westen,' korzelig:

Een indirect resultaat van de voortdurende crisis in het Midden-Oosten is dat in West-Europa een populistisch alarmisme wortel heeft geschoten. Het zaait angst, maar het heeft geen uitvoerbare oplossing.

Even verbolgen beweerde Hofland vervolgens onder de kop 'Mondiale krachtmeting' in De Groene Amsterdammer van 12 maart 2014: 

Zowel in West-Europa als in Amerika zijn bij een zeer groot deel van het publiek de vaderlandslievende eerzucht en de strijdlust verloren gegaan. 

Ondertussen wordt het NAVO-geweld, dat zo'n grote chaos heeft veroorzaakt in de Arabisch sprekende wereld, en de opkomst van ISIS mogelijk heeft gemaakt, door Hofland gepresenteerd als humanitair ingrijpen van 'het vredestichtende Westen,' terwijl anderzijds, naar zijn oordeel,

[d]e bezetting van de Krim en de militaire ingreep in Kiev pure oorlogsdaden [zijn], daarover kan geen misverstand bestaan… Is het eerste schot gelost, dan is er een nieuw hoofdstuk begonnen: dat van de wederzijdse vernietiging.

Zo verwoordde de grijze eminentie het in De Groene van 5 maart 2014, onder de kop 'Escalatie in de Duisternis.' Ik resumeer: 'populistisch alarmisme, het vredestichtende Westen, pure oorlogsmisdaden, vaderlandse eerzucht en strijdlust, wederzijdse vernietiging.' Inderdaad, de conclusie is onvermijdelijk, Henk Hofland is 'MAD,' even krankzinnig als het kernwapen zelf, en de zelfbenoemde 'politiek-literaire elite' van De Groene Amsterdammer, waarvan de hoofdredacteur, Xandra Schutte de Gouden Ganzenveer voor 2016 zal ontvangen, vanwege haar, zet u schrap, 'combinatie van schrijftalent, creativiteit, eigenzinnigheid en kwaliteitsbesef met het vermogen tot faciliteren en stimuleren van jongere generaties,' waardoor zij 'in verschillende hoedanigheden een gezaghebbende bijdrage aan de Nederlandstalige cultuur,' aldus de jury van de Academie, waarvan mr. Geert Mak, die in 2015 de  Gouden Ganzenveer ontving, lid is. Niet alleen geldt in 'ons' kleine kikkerland dat iedereen iedereen kent, maar tevens dat iedereen iedereen bejubelt, zolang men maar binnen de officiële consensus blijft. Zo ontving op zijn beurt Henk Hofland in 2011 de P.C. Hooftprijs omdat volgens de jury:

Niemand hier te lande de afgelopen zestig jaar zo nauwlettend en tegelijk zo gedistantieerd, zo scrupuleus en tegelijk met zoveel sprezzatura én met een van ijzeren discipline getuigende volharding en continuïteit de maatschappelijke toestand [heeft] gepeild,’

een beoordeling die 'Hofland naar eigen zeggen een gat in de lucht' deed springen, want vanzelfsprekend was het

een ontzettend mooi bericht. Ik hoorde de voltallige jury aan de andere kant van de telefoonlijn een prachtig applaus geven. Het is net een snelle verjongingskuur. Althans, volgens mijn bezoek ging ik er opeens jaren jonger uitzien.

zo reageerde 'de journalist van de eeuw.' Opnieuw, 'MAD,' de kleinburger kust zijn ketenen. Nu de spanning tussen de NAVOen de Russische Federatie door westerse politici en de massamedia kunstmatig wordt opgevoerd, werkt Hoflands 'vaderlandslievende' proza, met zijn ongeëvenaarde 'sprezzatura,' vol 'eerzucht en de strijdlust,' als dodelijk gif. Enerzijds is er volgens Hofland sprake van 'pure' Russische 'oorlogsmisdaden,' anderzijds spreekt hij van 'de oorlogen tegen Afghanistan en Irak.' Kortom, de 'shock and awe'-inval in Irak, waarvoor volgens de Commissie-Davids 'geen adequaat volkenrechtelijk mandaat' bestond, en dus een oorlogsmisdaad an sich was, wordt door Hofland gepresenteerd als 'oorlog,'terwijl 'de bezetting van de Krim,' waar een overgrote meerderheid van 85 procent vóór aansluiting met Rusland koos, in zijn ideologische voorstelling van zaken niets anders is dan een serie 'pure oorlogsdaden' waarover 'geen misverstand [kan] bestaan.' 


Libië, vóór en na het NAVO- geweld.


De 'madness' van Neerlands bekendste woordvoerder van het establishment is des te weerzinwekkender aangezien Hoflands NRC/Handelsblad op 20 maart 2003, de dag van de illegale westerse inval in Irak, in een redactioneel commentaar een oproep deed de Amerikaanse 'pure oorlogsmisdaden' te steunen. Met grote stelligheid verklaarde Hoflands 'elite krant' destijds:

Nu de oorlog is begonnen, moeten president Bush en premier Blair worden gesteund. Die steun kan niet blijven steken in verbale vrijblijvendheid. Dat betekent dus politieke steun - en als het moet ook militaire.

Dat zijn krant had opgeroepen tot het plegen van 'pure oorlogsmisdaden, daarover kan geen misverstand bestaan,' maar dit werd desalniettemin door Hofland genegeerd. Hij weet wanneer te spreken, en vooral, wanneer te zwijgen, want zoals de journalist Martin van Amerongen in een portret van hem schreef 'kiest Hofland,' zodra het erop aankomt 'instinctmatig'telkens weer, 'voor de man die zijn declaraties tekent.' Op die manier groeide hij moeiteloos uit tot de meest gerespecteerde columnist van de polderelite, van wie de grenzen nauw omlijnd zijn. Laat daarover 'geen misverstand bestaan.' Als eerste journalist de P.C. Hooftprijs ontvangen, vergt een zekere mate van mentale acrobatiek in het land waar, volgens de grote Huizinga 'Hypocrisie en farizeïsme… individu en gemeenschap [belagen]!' en waar 'de Nederlander, alweer in zekere burgerlijke gemoedelijkheid, een lichte graad van knoeierij of bevoorrechting van vriendjes zonder protest verdraagt.' Aangezien corruptie hier een wezenlijk bestanddeel is van de volksaard, -- zo intens zelfs dat zij niet als zodanig wordt herkend -- is een onafhankelijke journalist aangewezen op bronnen van elders. Daarom terug naar Franklin's boek War Stars, waarin deze hoogleraar erop wijst dat:

I have tried to locate and describe this history of the imagination from which has emerged our nemesis. It is difficult to disentangle our own thinking from this history, for we are partly creatures of both our own imagination and the imagination of the past. And we are also creatures of the material environment that shaped our imagination. 

Since culture itself both expresses and influences the material conditions of society, historical processes cannot be understood without comprehending the interplay between material and cultural forces. While emphasizing cultural aspects, I do not mean to imply that they have been the main source of the empire of superweapons, for the cultural rationalization of these weapons is itself a product of the technological and industrial potential for producing them and a political economy increasingly dependent on their production. 


By focusing on cultural phenomena primarily in America (and peripherally in Britain), I do not mean to suggest that America is the center of the world or that similar ideas were not emerging in other industrialized societies or that there were not vital transnational connections among these cultures. Yet it is American culture from the late nineteenth century through today that has most clearly shaped he imagination of a human destiny dominated by superweapons. Indeed, the cult of the superweapon originated as a distinct phenomenon between 1880 and what now nonchalantly call the First World War, in the form of future wars imagined by American authors of fiction. These stories and novels offer panoramic vistas of the early formations of modern America's ideological terrain.

Fascinating as they may be as expressions of psychology and culture, American fantasies about superweapons are not primarily fantasies at all. For when they shape the thinking of inventors and leaders and common people, they become a material force. Ever since the dawn of the nation, Americans have been actually trying to build their imagined superweapons, with more and more success. No matter how bizarre they may once have seemed or how unforeseen their consequences, American innovations in weaponry have fundamentally transformed not only warfare and geopolitical relationships but the human condition. As the creator of awesome weapons, America has surpassed all rivals, becoming the great pioneer nation of modern warfare, especially in the oceans and the skies. 

Deze ontwikkeling voert professor Franklin tot de conclusie dat:

American weapons and American culture cannot be understood in isolation from each other. Just as the weapons have emerged from the culture, so too have the weapons caused profound metamorphoses in the culture. Comprehending this process may show us how we got into our current predicament. It might even help us find our way out. 

Maar dan dient de westerling zich allereerst te realiseren hoe erg het overleven van de soort wordt bedreigd door de doodsdrift van de onverzadigbare elite, daarbij gesteund door MAD-propagandisten als Henk Hofland. Diens reactie op de komst van internet is dan ook een veelzeggend voorbeeld van het fenomeen dat de geleerde Marshall McLuhan als volgt heeft beschreven: 'When new technologies impose themselves on societies long habituated to older technologies, anxieties of all kinds result.' Het feit dat internet het monopolie op de berichtgeving van de commerciële journalistiek heeft doorbroken, veroorzaakt paniek onder de gevestigde spreekbuizen van de macht, die onderling bespreken wat te doen nu er sprake kan zijn van een 'staatsgreep in de media, want dagbladen en omroepen zouden in snel tempo gemarginaliseerd raken onder invloed van sociale media en internet.' Al zes jaar geleden, op vrijdag 20 maart 2009 wees Henk Hofland zelf in een essay in De Groene Amsterdammer onder de kop 'De Openbare Mening. De toekomst van bedrukt papier' op het volgende gevaar voor de 'vrije pers'

De afgelopen tien jaar is het politieke landschap ten koste van het oude bestel gefragmentariseerd en tegelijkertijd heeft zich in de journalistiek, ook door de invloed van internet, een culturele polarisatie voltrokken. De ‘nieuwe media’ met de mening van de bloggers zijn voor een groot deel van de publieke opinie toonaangevend geworden. Dit is de gedigitaliseerde stem des volks.

Woensdag 10 maart 2010 beweerde hij, ditmaal in zijn NRC-column dat:

internet het machtsgevoel van de ontevredenen vergroot. Nu kunnen ze de wereld in hun wrok laten delen. Deze bloggers zijn de permanent wrokkenden in digitale gedaante,’ en ‘Terwijl het consumentisme de geest van de massa’s veroverde, begon internet zich te ontwikkelen tot het nieuwe medium: the electronic highway.

Het gevolg is, volgens de stem van de gevestigde wanorde, dat

Bestuurders zich in het nauw [voelen] gedreven, aan de ene kant doordat het onvermijdelijke internet ook een middel tot voorbarige openbaarheid kan zijn, aan de andere kant doordat ze daarmee worden uitgeleverd aan het onmiddellijke oordeel van de dan plotseling goedgelovige massa. De verborgen zwakte van internet is dat het oorzaak kan zijn van een laaiende volkswoede.

Opvallend is opnieuw dat Henk Hofland niet in staat is een onderscheid te maken tussen oorzaaken aanleiding'Internet' kan natuurlijk nooit de 'oorzaak' zijn van ‘een laaiende volkswoede.’ Internet kan hooguit stem geven aan een al bestaande ‘volkswoede.’ Daarnaast valt een ander gebrek op, Hofland heeft kennelijk nooit beseft dat een kapitalistische klassenmaatschappij allerlei consequenties heeft, zoals maatschappelijke onvrede.  Het is logisch dat een neoliberaal bestel dat 62 mensen zo obsceen rijk heeft gemaakt ten koste van de rest, dat zij nu evenveel bezitten als de helft van de hele mensheid verzet oproept. Zeker wanneer de kloof tussen arm en rijk, ook in het Westen, almaar toeneemt, en het Amerikaanse militair-industrieel complex in 2015 maar liefst 54 procent van de toewijsbare federale begroting opslokte. Opmerkelijk is ook het toenemende wantrouwen van het publiek tegen de berichtgeving van de commerciële massamedia, die momenteel de geesten rijp maken voor een gewapende confrontatie met Rusland en straks ook met China. Dankzij internet heeft die woede nu een uitlaatklep, en zijn mijn collega's in Nederland niet langer meer in staat exclusief de onderwerpen te selecteren voor een mogelijk publiek debat. Bovendien zijn er nu veel meer bronnen beschikbaar, die zonder de filter van de journalist, kunnen vertellen hoe zij de werkelijkheid ervaren. Kortom, de macht van de opiniemaker is definitief gebroken, nu de mainstream media niet langer meer kunnen bepalen wat en wie belangrijk zijn en wat en wie niet, wat de 'waarheid' is en wat niet. Daarmee is de invloed van de 'politiek-literaire elite' om de publieke opinie te disciplineren sterk afgenomen, en ziet bijvoorbeeld Hofland zich genoodzaakt in het kleinste weekblad van Nederland zijn opinies te ventileren. Dat stemt iemand die het juist van zijn publieke optreden moet hebben natuurlijk niet vrolijk. Vandaag de dag kan dankzij 'de gedigitaliseerde stem des volks' iedereen met een computer kennis nemen van bijvoorbeeld het feit dat in de Saturday Review van 2 maart 1946 de vooraanstaande Amerikaanse historicus en filosoof, wijlen Lewis Mumford, onder de kop 'Gentlemen: You Are Mad!' het lezerspubliek het volgende liet weten:

We in America are living among madmen. Madmen govern our affairs in the name of order and security. The chief madmen claim the titles of general, admiral, senator, scientist, administrator, Secretary of State, even President. And the fatal symptom of their madness is this: they have been carrying through a series of acts which will lead eventually to the destruction of mankind, under the solemn conviction that they are normal responsible people, living sane lives, and working for reasonable ends.   

De democratisering van de informatieverschaffing vormt vanzelfsprekend een bedreiging voor de status en het inkomen van opiniemakers als Henk Hofland, die hierop dan ook met een niet geringe verbeten dédain reageert, door ondermeer te stellen dat als gevolg van 'de gedigitaliseerde stem des volks' de 'Bestuurders,' (Mumford's 'Madmen' 'zich in het nauw gedreven [voelen].' Met andere woorden: de mainstream media kunnen niet langer meer ongestoord functioneren als het disciplineringsapparaat in handen van de economische en politieke elite, want nu kan iedereen vernemen: 'Gentlemen: You Are Mad!' Net zo knettergek als woordvoerder Hofland zelf die in de beste Koude Oorlogstraditie zijn 'volk' laat weten dat 'de Russen' weer dreigen te komen, het grote gevaar uit het Oosten. Op die manier rechtvaardigt Hofland een nieuwe wapenwedloop, net zoals Geert Mak dit deed toen hij op de televisie beweerde dat 'meneer Poetin' Europa 'dwingt om meer aan defensie uit te geven.' En dit alles net in een tijd waarin het gehele Amerikaanse nucleaire arsenaal, waarvan een deel in Europa zal worden gestationeerd, geheel vernieuwd wordt, hetgeen uiteindelijk meer dan een biljoen dollar (een miljoen keer een miljoen) zal kosten. Professor Bruce Franklin benadrukt daarom tegen het einde van zijn boek dat

just when the anti-nuclear-weapons movement seemed at its mightiest, its nemesis emerged in the form of that oldest American super weapon fantasy: the ultimate defensive weapon. As Lieutenant General Daniel O. Graham, one of the most influential sponsors of this fantasy, bragged in his 1983 book 'We Must Defend America,' his High Frontier vision of impenetrable missile defense in space 'constitutes an effective counter to the nuclear freeze movement.' A strong, safe shield against nuclear weapons sure sounds more desirable than a chilly old freeze. So on March 23, 1983, when polls were showing over 80 percent of the people favoring the freeze, President Reagan declared himself the leader of the movement against nuclear weapons by committing himself to developing new forms of the ultimate defensive weapons: 'I call upon the scientific community in our country, those who gave us nuclear weapons, to turn their great talents now to the cause of mankind and world peace, to give us the means of rendering these nuclear weapons impotent and obsolete.

According to the President's science fiction, U.S. security would depend no longer on international agreements, coexistence, and cooperation but on this new generation of superweapons. Like the submarine, the torpedo, the steam warship, he strategic bomber, and thermonuclear deterrence, these would be purely defensive and intended only to guarantee peace. And like all those other defensive weapons, they would be created by the unmatched inventiveness of American technological genius. They would also achieve some of the most exciting dreams of our culture, such as beam weapons, wars fought by machines, and, most thrilling of all, combat in space. 

Ondanks deze voor de mensheid levensgevaarlijke werkelijkheid, beweert Henk Hofland in De Groene Amsterdammer van 20 januari 2016, na eerst te hebben vastgesteld dat 'Obama heeft in de wereld weinig ten goede veranderd,' met evenveel gemak dat 

Europa wordt bedreigd door twee grote gevaren: het Amerikaanse isolationisme en de Amerikaanse zelfoverschatting. Deze verkiezingen dragen voor Europa een extra risico omdat er een kans is dat die twee verenigd kunnen worden. Een Republikeins Amerika dat de chaos van deze wereld op eigen houtje zou gaan regelen, dat zou de voltooiing van de chaos kunnen zijn.

Met andere woorden: Hofland suggereert dat de eerder door hem tot 'ideale kandidaat' voor het Amerikaanse presidentschap uitgeroepen 'Hillary' een minder grote bedreiging voor de wereldvrede betekent, en misschien wel isolationistisch zou kunnen worden. Het grote probleem van mainstream opiniemakers is hun onvermogen te beseffen dat 

het lot niet, zoals Napoleon nog dacht, door de politiek, maar door de economie [wordt] bepaald. Die presenteert zichzelf als een hogere macht die door niets wordt tegengehouden, en zeker niet door de eeuwenoude tradities, mentaliteiten en constitutie,

zoals de scherpzinnige Hans Magnus Enzensberger eens opmerkte. In het bewustzijn van Henk Hofland speelt de macht van het militair-industrieel complex geen doorslaggevende rol. Hij meent werkelijk dat de politieke spreekpoppen een eigen beleid uitstippen. Nog steeds weigert hij, en met hem de polderpers, te begrijpen waarom 'Obama in de wereld weinig ten goede [heeft] veranderd,' terwijl hij toch met de leuze 'Change we can believe in' tot president werd gekozen. Bij de Hoflanden en Makken is geen sprake meer van een onbewuste naïviteit, maar van bewust autisme, waarvan alleen de 'Madmen' profiteren. Wat dat betreft is de geschiedenis niet veranderd. Bijna acht jaar geleden, op donderdag 30 oktober 2008, schreef ik het volgende op deze weblog:

Obama is een hype, een bijzonder knappe hype. Hij verkoopt geen boodschap, maar een beeld. Niemand weet precies wat zijn programma is, wat hij politiek gaat doen, maar velen denken toch dat zodra deze man aan de macht is alles beter zal gaan, dat hij de hoop op een goede toekomst is. Obama is op een geweldig slimme manier aan de man gebracht. Hij heeft ook de financiële macht aan zijn kant, hij beschikt over twee keer zoveel geld om reclame voor zichzelf te maken als McCain. Het feit dat iemand als Obama door de werkelijke macht naar voren is geschoven is tekenend voor de ernst van de crisis waarin het kapitalistische systeem verkeert.

En nadat hij tot president was gekozen, noteerde ik op zaterdag 8 november 2008:

Vanochtend sprak ik op een zonnig terras in het centrum van Amsterdam een aantal oude vrienden van me, die laaiend enthousiast de verkiezing van Obama als president van de VS bespraken. Na een tijdje te hebben geluisterd merkte ik op dat ik veel sceptischer was over Obama en zei dat de toekomstige president, in strijd met het internationaal recht, voor de Israelische bezetting van Oost-Jeruzalem was en dat hij een pro-Israel lobbyist tot op één na machtigste man in het Witte Huis had benoemd. Een man, wiens vader een oud-terrorist was die desgevraagd verklaard had: 

'Obviously, he (zijn zoon. svh) will influence the President to be pro-Israel,' said the elder Emanuel, who immigrated to the U.S. from Israel in the 1950s. 'Why shouldn't he do it? What is he, an Arab? He's not going to clean the floor of the White House.' 

Hoe de activiteiten van Rahm Emanuel in de praktijk zullen uitwerken weet niemand, maar het belooft weinig goeds dat na acht jaar Bush een pro-Israel lobbyist via de achterdeur het Witte Huis wordt binnen gesluisd.

Het was alsof ik een bom had gegooid in het gezelschap oude vrienden, allen blanke, goed opgeleide Nederlanders, die ieder voor zich een interessante positie in de Nederlandse hiërarchie hebben bekleed of nog steeds bekleden. 'Ja, maar Stan gelooft niet in de Vooruitgang,' was de mening van één van hen. Over de 'Vooruitgang' had ik niet gesproken, maar deze reactie was ook een absurde poging mijn feiten te weerleggen. Vervolgens werden mij allerlei opinies in de mond gelegd, die ik niet en nooit eerder had verkondigd. Ik was enigszins verbaasd over de geweldig felheid waarmee mijn oude vrienden het beeld van Obama verdedigden. Ik zeg beeld, omdat we nog steeds niet precies weten wat Obama's politieke inzichten zijn, en welke politiek hij zal weten te verwezenlijken.

'Dat er wel degelijk sprake is van Vooruitgang blijkt uit mijn achtergrond,' zei een vriend van me, 'mijn vader was een landarbeider in Friesland en ik heb kunnen studeren.' Ik kon hem niet aan zijn verstand brengen dat zijn 'Vooruitgang' natuurlijk een feit was, maar dat daarmee niets over de wereld werd gezegd, waar tenminste 900 miljoen mensen elke dag weer honger lijden, en dat men het één niet kan loskoppelen van het ander. De 'Vooruitgang' van mijn vriend, wordt mogelijk gemaakt door het arme deel van de wereld, waar wij onze grondstoffen van betrekken tegen grotendeels door ons bepaalde prijzen, en waar bijvoorbeeld vrouwen in Indonesië voor één dollar per dag in sweatshops, zijn kleren en onze schoenen maken. Maar deze feiten waren voor hem nonsens. Die onderstrepen volgens hem geenszins dat er ook een andere, zwarte, kant aan de 'Vooruitgang' zit. En toch heeft deze oude vriend van me kunnen studeren. Het gaat ook niet zozeer om kennis, maar om inzicht, om datgene wat men met die kennis doet, om het vermogen die kennis vruchtbaar te maken. Veel mensen lukt dit niet. Het is geen kwestie van domheid, maar een kwestie van simpel geloof. De gelovigen in de 'Verlichting' kunnen evenmin als de gelovigen in God twijfel toelaten. Allen geloven in een zwart/wit wereld, goed/kwaad, dom/intelligent, en tegen dit simpel geloof is geen enkele kennis bestand. Paradoxaal genoeg, ook tegen het Verlichtingsgeloof niet. Natuurlijk geloven ze niet echt in de 'Verlichting,' want dan zouden ze juist de twijfel toelaten, zoals een echte gelovige in God durft te twijfelen.

Geen van de mensen in mijn gezelschap wist meer over Obama dan het beeld dat de commerciële massamedia van hem hadden opgeroepen. En daarom bezat deze Nederlandse blanke middenklasse een rotsvaste opinie over Obama. Ik zei verbaasd te zijn over het Nederlandse enthousiasme voor een conservatieve politicus die geen respect blijkt te hebben voor het internationaal recht zodra het Israel aangaat. Nog meer woede, die leidde tot de beschuldiging dat ik een 'cynicus' was. Ik zei dat ze zich vergisten, dat er een verschil is tussen cynisme en scepsis. Bovendien, zei ik, is het heel merkwaardig dat de bewoners van een land dat na de Tweede Wereldoorlog nooit een gekleurde minister heeft gekend ineens zo enthousiast zijn dat de kiezers in de VS een zwarte president hebben gekozen. Mijn gespreksgenoten ontploften bijna. En de razernij was totaal toen ik zei dat doorgaans de houding van Nederlanders consequentieloos is. Men beweert maar wat, ventileert een meninkje en klaar is Kees, terwijl de rest van de wereld de consequenties moet dragen van in dit geval het gewelddadig beleid van de VS.

Op weg naar huis realiseerde ik me dat mijn oude vrienden zich met veel verbaal geweld zullen vasthouden aan hun hoop. Temidden van alle dagelijkse chaos hebben ze niets anders en dan ineens is er Obama en lijkt het alsof er weer sprake is van hoop. En degene die daarin niet voetstoots meegaat, is een bedreiging. Hij verstoort de mythe. Feiten spelen daarin geen rol. Het zijn emoties, die de drijfveren zijn. Eén van mijn vrienden zei dat wanneer hij Obama hoorde spreken, hij 'voelde' dat de man 'meende wat hij zei,' want dat 'voelde' hij met zijn instinct. Maar wat had Obama dan verklaart? Nou ja, 'Change'!

Het is duidelijk: de eerst komende tijd zal de mythe van Obama overeind worden gehouden, al was het maar omdat mijn blanke vrienden niet zonder die mythe kunnen. De wereld is al gruwelijk genoeg, men heeft hoop nodig, en degene die twijfelt krijgt de wind van voren. Het is niet anders, ze blijven mijn oude vrienden.

Destijds voerde ik mijn oude vrienden anoniem op, om hen te beschermen tegen zichzelf. Maar nu de bioloog Auke Bijlsma helaas gestorven is, kan ik melden dat hij de man was die in de 'Vooruitgang' zei te geloven, omdat zijn vader een landarbeider was geweest en hijzelf een bioloog was geworden. En de oude vriend die 'voelde' dat Obama 'meende' wat hij zei en 'Change' mogelijk zou maken, was Geert Mak, die vier jaar later, na het verschijnen van zijn bestseller Reizen zonder John, door de Nederlandse mainstream-media tot 'Amerika-deskundige' werd uitgeroepen. 

Het is waar, een geloof kan bergen verzetten, maar tegelijkertijd geldt ook dat een geloof in een religie of in een ideologie de mens nog blinder maakt voor de werkelijkheid. In Nederland gaat de ideologische blindheid door voor deskundigheid. Daarentegen zijn intellectuelen in de VS immens veel intelligenter, in de brede zin van het woord. Voorbeeld:

Speaking of the need for citizen participation in our national politics in his final State of the Union address, President Obama said, 'Our brand of democracy is hard.' A more accurate characterization might have been: 'Our brand of democracy is cold hard cash.'

Cash, mountains of it, is increasingly the necessary tool for presidential candidates. Several Powerball jackpots could already be fueled from the billions of dollars in contributions in play in election 2016.

Volgende keer meer voor zichzelf sprekende feiten. 


Auke Bijlsma, enkele maanden voor zijn dood.


De Chileense dichter Jesús Sepúlveda:

Ideology crystallizes itself like a map in memory. It legitimizes itself by propagating the false idea that the world in which we live is the best possible world, or the system is the best system, regardless of its shortcomings… they all are ultimately absurd because they tend to justify repression at the altar of a supposed necessary order. Ideology demonizes its opposition as partisans of a supposed and constructed chaos, praising moderation and fostering resignation. Ideology skirts logic and cajoles the naive population into accepting evil as inevitable, which carries with it either the aftertaste of fatality or arrogance, but always with surrender or sacrifice. In this vein, it is not uncommon to hear it said that change is impossible, or that there are no longer ideals worth fighting for nor hope to embrace. Ideology programs collective desperation. It alienates. It defeats. It is as recalcitrant as a dogma, because its ultimate goal is self-perpetuation. It uses every means available toward this end: genocide, ecocide, elections, or simply fear — fear that paralyzes the imagination, or erases it. 

Ideology operates like a narrative that domesticates by way of its own systemic standardization. It expands like a virus, or transparant and mimetic plague, which expresses itself in trends or in name-brand identities. No one sees it, no one feels it, no one touches it, yet everyone speaks with its tongue. It strangles the mind — which is connected  to a serveer or a mainframe — and plugs in the eyes. It reproduces itself mechanically and accumulates unsatisfied desires in an oscillating spiral. This spiral is like the pleats of an accordion or, better yet, an artificial heart sounding its own agony. The beating of this false heart will continue until the empire rearms, the government regroups, castes are revived, or until the system collapses, a victim of its own decadence.

Ideology crystallizes itself like a map. This map, however, is false — it portrays the world as a mental creation, a stage constructed over the base of the gears of productivity: the gearing is the material and ideological bubble in which the so-called political and economic systems of eco-social domination exist. Ideology justifies itself with the false idea that this is a happy and viable world, and that, despite its shortcomings, it is better to close your eyes to accustom yourself to survival and to avoid any disruption of the dream. When a person dreams, the nightmares cease and fantasy flowers. This can be, however, highly subversive, because in addition to letting the imagination fly, dreams erase narratives and turn the maps upside-down, disposing of them in fetid waste-dumps. 




Geen opmerkingen:

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...